Ruim tien miljoen voor Deens-Nederlands onderzoek naar robots en mengteelten

Het consortium ontwikkelt lichte, autonome robots die de bodem minder belasten en zijn uitgerust met kunstmatige intelligentie. Deze robots kunnen de groei en gezondheid van planten continu volgen, routinetaken overnemen en flexibel inspelen op wisselende omstandigheden. „In de regeneratieve landbouw, waarbij boeren werken aan herstel van bodem en biodiversiteit, zien we dat het combineren van gewassen met klavers veel positieve effecten heeft, maar dat het vaak ook leidt tot opbrengstverlies van het hoofdgewas”, verklaart WUR-onderzoeker Dirk van Apeldoorn. De robots zullen daarom eerst ingezet worden om de concurrentie tussen gewassen en klavers te sturen. „Als robots routinematig de klavers tussen gewassen kunnen maaien, kan mengteelt voor boeren echt een haalbare optie wordt,” aldus Van Apeldoorn.
Mengteelten beperken nadelen die monocultuur heeft
De keuze voor monocultuur, door Van Apeldoorn omschreven als grote oppervlakten met één gewas, lijkt in combinatie met zware machines efficiënt, maar werken vaak nadelig voor biodiversiteit, natuurlijke plaagonderdrukking en bodemgezondheid. „Mengteelten kunnen die nadelen beperken. Slimme combinaties van gewassen versterken elkaar, houden de bodem vruchtbaar en verkleinen de kans op ziekten en plagen. Toch zien we het nog weinig in de praktijk, omdat mengteelten complexer zijn, het meer werk vraagt of de juiste machines vaak ontbreken.”
Om echt een alternatief te vormen voor zware machines en menselijke arbeid, moeten robots betrouwbaarder en zelfstandiger worden. Het Robotic Intercropping-project richt zich daarom op het verbeteren van deze functies.
Opbrengsteffecten van stroken met mengteelten bekeken
WUR onderzoekt in Nederland hoe gewassen zoals tarwe, koolzaad en veldbonen in stroken gecombineerd kunnen worden met klavers, zoals luzerne. Op proefvelden worden mengteelten vergeleken met monoculturen om de effecten op opbrengst, bodemkwaliteit en biodiversiteit in kaart te brengen. Daarnaast ontwikkelt WUR modellen om inzicht te verschaffen in welke combinaties het meeste opleveren, zowel in hoogwaardige opbrengst als in ecosysteemdiensten. De proeven zullen volgens WUR ook dienen als ‘living lab’, waar studenten, boeren en bedrijven samen duurzame teeltmethodes gaan ontwikkelen.
Consortium
Behalve WUR bestaat het consortium uit de University of Copenhagen (projectleider), de Technical University of Denmark (DTU) en de University of Southern Denmark (SDU). „Duurzamere en efficiëntere voedselproductie vraagt om nieuwe technologieën en teeltmethoden,” zegt Claus Felby van de Novo Nordisk Foundation. „Dit project laat zien hoe innovatie en samenwerking de groene transitie kunnen versnellen. Daarom steunen wij dit initiatief.”

Tekst: Martin de Vries
Geboren en getogen in het Friese Oudehaske ontwikkelde Martin een grote interesse voor de landbouw. Als opgeleid journalist specialiseerde hij zich in de akkerbouw. Zijn overmatige dosis aan nieuwsgierigheid zet hij in voor het team rond Akkerwijzer.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Wageningen University & Research