Column: 4russen

Bij de vogelgriep in 2003 viel het me al op dat hele sectoren schade leden, die niet in de economische modellen zaten om de genomen maatregelen te rechtvaardigen. Ik begrijp de motieven vanuit de markt om niet in te enten heel goed; de Duitse retail wil geen eieren van ingeënte kippen. Of dat maatschappelijk houdbaar blijft, vraag ik me af. Zeker als de verspreiding via trekvogels zou gaan.
Dit doet me opnieuw denken aan suikerbieten met rhizomanie, ook een virus. In het begin was er veel angst vanuit economische motieven: de grond zou minder waard worden en de export van andere producten zou in gevaar kunnen komen. Engeland hield te lang vast aan stamping-out (besmette percelen op slot zetten) om rhizomanie uit te bannen. Hoe moet je dat doen als ook andere factoren dan menselijk handelen zorgen voor het overbrengen naar een ander perceel, zoals water, vogels en zoogdieren? De oplossing via resistentieveredeling kwam gelukkig net op tijd dankzij onderzoekers in dienst van het Amerikaanse ministerie van landbouw.
De kunst en uitdaging is nu om blijvend te kunnen beschikken over effectieve resistente rassen. Gelukkig bieden kwekers steeds meer rassen aan met aanvullende resistentie tegen nieuwe rhizomanievarianten. Die race is permanent nodig omdat virussen ons zullen blijven verrassen. Wat zou het mooi zijn dat er ook een oplossing komt die rhizomanie bij de bron aanpakt, bij de bodemschimmel die het virus draagt.
Frans Tijink, directeur IRS
Tekst: Frans Tijink