Column: ‘Een vleugje zout’

Om te kunnen overwinteren strooien wij sinds jaar en dag zout voor de provincie Limburg. De weg die wij moeten strooien, is een N-weg die zich strekt tussen de Limburgse steden Roermond en Weert, waar wij de fietspaden van strooien. Iedere ronde die we strooien bedraagt zo’n 4,5 uur waarin we tussentijds zout laden bij een depot van Rijkswaterstaat. Ik wil hier graag aan toevoegen dat daar altijd de koffie klaar staat, op welk tijdstip dan ook!
Vorig jaar hebben wij een nieuwe John Deere 6430 AutoPower trekker aangeschaft die ook ingezet wordt voor de strooiwerkzaamheden. De trekker staat jaarrond op cultuurwielen, op brede banden is de trekker namelijk te breed voor de fietsenpaden. Verder wordt de trekker ingezet voor de gewasbescherming, het strooien van kunstmest en het beregenen. Bij aflevering door de dealer is de trekker op de cruciale punten getectyleerd, zodat uitbijten door het zout uit blijft. De strooikar en schuif verleent Rijkswaterstaat aan ons en zij neemt ook de keuring en dergelijke op zich.
In onze route hebben we te maken met twee bruggen. Daardoor moeten wij vrijwel iedere keer uitrukken zodra het rondom het vriespunt dreigt te worden. De bruggen koelen namelijk eerder af door bijvoorbeeld wind. Een vast tijdstip van strooien is er niet, wij staan altijd stand-by, 24 uur per dag 7 dagen in de week. Er wordt zowel met nat zout als droog zout gestrooid. Dit heeft te maken met welke preventiecode van toepassing is. Normaal gesproken wordt er 8-10 gram per m² nat zout gestrooid en 18-20 gram droog zout gestrooid.
Menigeen verafschuwt de vorst, maar wij hopen voor enige vorst op onze ‘op wintervoor’ geploegde kleigrond. Het verweren van de grond is wenselijk voor het zaaiklaar maken van de grond. De ervaring van afgelopen jaar zit nog vers in ons geheugen…
Stef Sijben
Tekst: Stef Sijben
