Column: Extreem weer normaal?

Erg interessant en met onderwerpen die vandaag de dag nog even actueel zijn. En als we het dan toch over actuele onderwerpen hebben, kun je bijna niet voorbijgaan aan de weerschade in het zuidoosten van het land. Extreem weer. Bij het lezen van de kroniek viel mij op hoe vaak het weer ook in die jaren tot aanzienlijke problemen leidde.
Een opsomming:
• Extreme winter van 1946/1947. 50 procent van de Zeeuwse tarwe uitgevroren, gevolgd door een extreem warme zomer. Die nog altijd in de boeken staat.
• 1952 forse hagelschade in fruit
• 1954 abnormale regenval in het najaar
• 1956 strenge winter, droog voorjaar en een zomer met overvloedige regenval.
• 1959 droogte van ongekende duur.
• 1960 uitermate nat jaar met ongekende regenval
• winter 1962/1963 strenge winter met ongekende sneeuwval
• 1965 ernstige schade door overvloedige regenval, in totaal 4800 bedrijven met meer dan eenderde oogstderving meldden zich voor hulpverlening bij de Rijksgroepsregeling zelfstandigen
• 1966 zware hagelschade in Zeeland en West-Brabant
• 1968 weerrisico opnieuw aan de orde
Ik kon eigenlijk niet anders concluderen dat extreem weer gewoon een normaliteit is. In de helft van die 20 besproken jaren waren er in min of meerdere mate grote problemen. Dus of er nu sprake is van een Nationale ramp in het zuidoosten... Ik ga er mijn vingers niet aan branden. Ik hoop het van harte voor mijn collegae en dat de pijn verzacht kan worden.
Echter, als het puur gaat om gewasschades ben ik toch genuanceerder. Feit is dat schade door weersextremen bijna jaarlijks wel ergens opduiken. Niet alleen nu, maar blijkbaar dus ook vroeger. Hoe vaak zijn mijn collegae in de strook onder Rotterdam vanaf Voorne-Putten tot aan Land van Heusden en Altena de laatste jaren niet de klos? En hebben zij hier ooit tegemoetkoming in wat voor vorm voor gezien? De ellende was er echt niet minder om.
Zelf ben ik al jaren verzekerd. Ik leg hier jaarlijks een dik bedrag voor opzij. Geld dat ik niet kan steken in investeringen en ontwikkeling van mijn bedrijf. Zolang het mij nooit treft weggegooid geld. Maar wanneer we het hebben over duurzaamheid binnen de bedrijfsvoering, ben ik van mening dat ik dit risico voor mijzelf moet trachten uit te sluiten.
In mijn studiegroep ben ik de enige met een dergelijke verzekering en word ik haast voor idioot versleten. Het zal zo zijn. Dat Léon Faassen roept dat verzekeren onbetaalbaar is en de verzekering geen soelaas biedt, vind ik te kort door de bocht. Dat het beter kan en moet en dat de overheid met haar 21 procent assurantiebelasting ook boter op haar hoofd heeft, akkoord. Maar dat de verzekering geen soelaas biedt en onbetaalbaar is, nee! Wanneer dit werkelijk zo is, dan snap ik niet hoe de deelnemers het wel kunnen betalen.
Ik ben van mening dat het meer tussen de oren zit. Te veel ondernemers zijn risico-preferent in deze kwestie. Begrijpelijk, want het zit in de aard van een ondernemer en op korte termijn levert het behoorlijk gewin op. Gevolg is wel dat we in een vicieuze cirkel terechtkomen, omdat het wel deze ondernemers zijn, die het op kostprijs winnen van de de risico-averse ondernemers. Met als gevolg dat deze laatste groep uiteindelijk overstag moet om mee te kunnen doen in deze weg naar de ondergang.
De ellende die ik zie doet ook mij pijn. Pijn omdat we in ons landbouwsysteem in al die jaren niet in staat zijn dergelijke drama's te voorkomen. Reflecterend met de tijd van toen, was de situatie niet anders. De huidige hagelverzekeringen zijn in die eerste jaren na de oorlog ontstaan en werden er plannen gesmeed voor de vorming van risicofondsen voor allerhande calamiteiten. Ook toen was de grote moeilijkheid al het vaststellen van richtlijnen voor hulpverlening, alsmede de wijze, waarop deze fondsen zouden kunnen worden versterkt. Hetzelfde dus alwaar we nu voor staan.
Een groot verschil met de huidige tijdsgeest wat ik niet direct lees, maar wel tussen de regels door, was de bereidheid onderling in de landbouw om elkander bij te staan. Zo werd er in de droogte van 1959 in allerijl door de drie centrale landbouworganisaties een hulpfonds droogteschade ingesteld en per gebied acute hulpacties in natura op touw gezet. Net zoals in 1953 de Zeeuwse landbouw hulp heeft mogen ontvangen uit den lande. Het zou zo in het straatje passen van Hans Huijbers, die ik begin dit jaar hoorde vertellen dat we als sector zelf actiever de handschoen op kunnen pakken en vooruitschuiven van verantwoordelijkheden niet meer van deze tijd is.
Tekst: Hans Akkermans