Column: Camperren

Geen stadsmensen
We zijn geen stadsmensen, bespreken het liefst een camperplek aan open water met beroepsscheepvaart. Zo stonden we de eerste dagen in Gendt, daar waar de Rijn in de Waal overgaat. Prachtig en drukke scheepvaart, duwboten met zes of negen bakken. Ook daar moet het steeds meer en steeds groter. Onhandelbare dingen volgens schippers aan de wal. We blijven meestal een dag of drie/vier en verplaatsen ons dan zo’n vierhonderd kilometer, mede afhankelijk van het weer. We rijden om beurten, schaften onderweg met koffie en wat lekkers van de warme bakker.
Boerencamping
Zo gingen we naar een camping op de Lüneburger Heide. Een campinghouder/akkerbouwer die ook nog zetmeelaardappelen voor Avebe verbouwde. Mijn Duits is dan opeens drie keer zo goed. Ze hadden daar drie fabrieken allemaal een organisatie van niks. Tot dat Avebe er ééntje van kocht en meteen ging reorganiseren en opknappen. Met ons coöperatief boerengeld dacht ik gelijk. Hij vond Avebe een geweldige coöperatie want de fabriek draait nu perfect.
Voormalig Oost-Duitsland
Het verschil tussen het landschap van voormalig Oost- en West-Duitsland is bij de voormalige grens meteen duidelijk. Nog steeds de grote percelen uit de kolchoz-tijd. Zo maar tachtig of honderd hectare aardappelen, mais of suikerbieten aan elkaar. Mooi gezicht omdat de gewassen er over het algemeen goed bijstonden. Wij hebben onze ebikes bij ons en tot onze verbazing groeten ons veel mensen met 'moin'. Wij denken dan dat het platteland vriendelijker is dan de stad. Velden met grote geclusterde natuurgebieden. Honderden schapen, koeien en paarden bij elkaar. Ook lagen er duizenden ronde balen, hooiachtig gras in het veld. Allemaal biologisch dacht ik. Wat ons ook nog Oost-Duits overkwam was toen we een paar kaartjes wilden versturen. Bij de ene balie konden we kaartjes kopen, bij een andere pas postzegels toen het adres erop stond. We kregen ze ook niet meer terug. Hoewel het gebied grootschalig biologisch aandeed zag ik toch regelmatig spuitsporen in de gewassen. Desondanks zag ik veel aardappelen met phytophthora. Ik denk dat een aardappelteelt zonder spuiten biologisch niet kan. We zagen er veel en grote Claas-tractors, Renault zag je niet, waarschijnlijk omdat dat een Frans merk was.
Horeca
Sinds we ebike’s hebben fietsen we veel. Af en toe stoppen bij een mooi zonnig terras. Neem ik een streekeigen tappilsje en mijn vrouw een glas witte wijn. We kwamen tot mijn genoegen een bord tegen met als tekst: 'Bier trinken ist gut für Landwirtschaft'. Dus nam ik er nog maar één want we gingen terug naar de Veenkoloniën.