Column: ‘Het mag droger en een vorstje is welkom’

‘De grond is nog vrij nat. Op het laaggelegen deel staat zelfs wat water op het land. De noordoostenwind droogde net een beetje, maar toen kwam er gisteren weer regen. Behalve droger weer is een beetje vorst welkom. Dan kan de groenbemester afsterven.
Terugkijkend op de bietenoogst kan ik best tevreden zijn. Ze stonden niet op mijn beste grond en leverden toch nog 104 ton per hectare en 17,5 ton suiker. Half november heb ik ze gerooid en pas 23 december geleverd. Dat is later dan ik normaal deed. Tijdens de bewaring liep het suikergehalte iets terug.
Bewaring
De aardappelen liggen nu rustig in de bewaring. Aan het begin heb ik hard ‘gedraaid’. De slechte knollen zijn goed ingedroogd. We telen Folva, die we afzetten bij Kleinjan. Dat ras is niet zo gevoelig voor doorzetten van rot als bijvoorbeeld Agria. Ik ga nog wel een keer de kiemremmingsbehandeling doen. Bij aardappelen is dit jaar vooral die slechte prijs erg jammer.
Nu het buiten op het land rustig is heb ik tijd om aan de nieuwbouw op de camping te werken en de ganzen vragen continu aandacht op ons bedrijf. Ze vreten aan de tarwe. Verjagen en bejagen is de enige methode om dat wat te beperken. De tarwe die ze aanvreten komt niet terug.
Plannen
In het komende seizoen wil ik liefst doorgaan met plaatsspecifiek werken in de aardappelen. Daarvoor heb ik de scans en satellietbeelden nog wat bestudeerd. Bemesting wil ik per perceel verbeteren. Het mooiste is om alle percelen daarvoor te bemonsteren en ze dan in te delen in verschillende zones. Misschien lukt niet alles in één keer, dat wordt ook wat kostbaar misschien. Mogelijk kan ik ook tijdens het seizoen nog wat rekening houden met de verschillen. Weer variabel poten lijkt me heel mooi. Ik hoop dat de loonwerker dat ook kan doorzetten.
De bieten hoop ik weer in één dag te kunnen zaaien. Daarvoor moet de groenbemester mooi dood gaan na een vorstje. Die zit er nog niet gelijk aan te komen, maar het kan nog gebeuren. De lichte grond waar ik dit jaar zaai is geschikt voor die aanpak.’
Tekst: Maarten Janse