Column: Maarten Janse: Eerst kaarten en monsters, dan bemestingsplan

'De eerste percelen zijn in kaart gebracht. Het geeft me het vertrouwde beeld. Je weet natuurlijk wel waar de verschillen in de percelen zitten. Nu dat wat beter in kaart is, kan ik grondmonsters nemen per zone en daar de bemesting op afstemmen. Bij één perceel was ik al verder en kan ik nu gaan kijken wat er verandert op dezelfde plekken, als ik het zo aanpak. Voor de andere percelen is het de nul-meting. Ik denk dat je veel meer leert van drie monsters in de zone's dan van één gemiddelde van een heel perceel.

Ondertussen ben ik bezig met het late voorjaarswerk. De vorst heeft de bovengrond heel erg mooi gemaakt. Op iets meer diepte is er minder van terug te zien. De bieten zijn net gezaaid. Voor mijn doen wat laat, maar ook vorig jaar was ik pas half april daar mee bezig. Maart is normaal voor hier.

Voor de regen kon ik nog wat zilte groente zaaien. Een ander gewas voor mij is de suikermaïs. Dat kan je niet zo vroeg zaaien. Als de regen deze week wat meevalt, kan ik snel de aardappels poten. Daar is het niet echt laat voor.

Op het perceel waar de bieten gezaaid zijn heb ik niet geploegd. Je merkt dat je dan meer draagkracht hebt. Natuurlijk lagen er wel resten van de groenbemester. Het stroopte wat op met het zaaiwerk van de bieten, maar ik kan de loonwerker ook niet vragen alleen voor mij een andere zaaimachine met schijven te kopen...

We gaan weer kijken wat dit seizoen brengt. Eurofins komt snel met de labresultaten van de bodemmonsters. Ik ga door met de bodemkaarten en plaatsspecifiek werken. Ondertussen komen de campinggasten weer van het Veerse Meer genieten. Ik heb een nieuw toiletgebouw gezet. Vanaf Hemelvaart komt de grote drukte weer voor die bedrijfstak.'