
‘Vraag mij niet welk groenbemestermengsel het beste tegen griep is!’

Dat een gezond bodemleven bijdraagt aan gezonde voeding en gezonde mensen is volgens Deckers steeds duidelijker aan het worden. Hij stelt dat een diverse en levende bodem door groenbemesters gestimuleerd wordt. Bij DSV zijn ze een voorstander van diverse mengsels bij groenbemesters, zodat die diversiteit ook diversiteit in de positieve helpers van het gewas oplevert.
Gewassen en groenbemesters voeden gericht het bodemleven dat bijdraagt aan hun groei. De wortelexudaten van groenbemesters kunnen actief bijdragen aan een microbioom dat gunstig is voor weerbare planten en koolstofopbouw in de bodem.
In het geval dat er te veel plantparasitaire aaltjes in een bodem voorkomen, kan Deckers zich voorstellen dat telers kiezen voor gerichte bestrijding of beheersing van de populatie ziekteverwekkers met een monocultuur, bijvoorbeeld de inzet van Tagetes (Afrikaantjes) tegen Pratylenchus penetrans, een aaltje dat onder andere in aardappelen en uien opbrengstverliezen kan veroorzaken. Tijdens de themadag van 7 oktober toonden de mensen van DSV een paar sterke Tagetes-rassen, die aaltjesbestrijding en organische stofproductie combineren. Rassen die voor een snelle bedekking zorgen, voorkomen tevens onkruidontwikkeling.
De juiste mix
Boodschap van de DSV-medewerkers tijdens de themadag over groenbemesters en humusvorming is dat met de juiste componenten in de groenbemestermix volgteelten gezonder kunnen zijn en meer kunnen opbrengen. Extra zorg voor de bodem en het bodemmicrobioom (de hele set levende micro-organismen in de bodem) is goed voor de kwaliteit van landbouwproducten en het zou wel eens bij kunnen dragen aan de gezondheid van mens en dier.
„Beoordeel de kwaliteit van de groenbemester niet met het oog van een koe, maar met dat van een regenworm”, voegt Deckers toe aan zijn verhaal. De meerwaarde van groenbemester zit veel meer in wat het onder de grond doet, dan in wat we bovengronds ervan zien.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes

