
‘Laat niet vinkjes leidend zijn, maar landbouwpraktijk’

Bé Panman ziet duidelijk nog toekomst voor zijn bedrijf op de Veenkoloniën. De vierde generatie op het akkerbouwbedrijf heeft veel meer geautomatiseerd. Bovendien is er het voordeel van beregenen, waarop de teler, in tegenstelling tot vroeger, in kan spelen op de uitdagingen die klimaatverandering met zich mee brengt. „Wat ook anders is, is dat wij nu uien in het bouwplan hebben. Daarmee is beregening ook wel belangrijk”, legt hij uit. Panman kiest voor een ruimere rotatie zodat de bodem vitaler is en om bijvoorbeeld aardappelmoeheid te onderdrukken. „Een traditioneel Veenkoloniaal bouwplan is één-op-twee, wij houden nu enkele jaren één-op-drie aan. Ja, dat werkt mooi.”
Grote uitdaging zit in de onkruid- en ziektedruk. Panman benadrukt dat hij wel een gereedschapskist nodig blijft om de uitdagingen aan te gaan. „Naar de buitenwereld toe, probeer ik me wel aan te passen. Ik kijk naar het tijdstip van de bespuitingen en gebruik bijvoorbeeld geurmaskeerders toe. Maar het gebeurt nog steeds regelmatig dat mensen foto’s maken of zo met de hand voor de mond voorbij gaan.”
Gereedschapskist
Gerard Hoekzema ziet dat in de praktijk dat telers hun verantwoordelijkheid nemen. „De specifieke expertise die bij allerlei individuele onderzoekers en de wetenschap aanwezig is, komt samen op de akker van de boer samen. De bezorgdheid over gezondheid en milieu snap ik, maar we moeten ons ook realiseren dat de huidige generatie middelen echt van een andere orde is dan vroeger. Als je blijft denken dat de hele spuit vol zit met verkeerder middelen, dan klopt dat gewoon niet. Wij willen allemaal niet in de krant komen vanwege milieudelicten.”

Hoekzema benadrukt dat gewasbescherming wel broodnodig is. „Voor alleen al het in de benen houden van resistenties zijn wij chemie hard nodig. Dit is niet het moment om daar aan te tornen. Het is belangrijk van wat we nog hebben zo in te zetten, dat we de natuurlijke gezondheid van de planten in stand houden.”
Puzzelen met de rotatie
Voor Panman is de rotatie wel puzzelen. Samen met HLB doet hij nu ook een tienjarige proef waarin ook aardappelmoeheid in verschillende rotaties in het bouwplan wordt gemonitord. „Ook omdat we qua chemie steeds meer moeten inleveren, kijken we naar hoe we dit met gat met natuurlijke oplossingen kunnen invullen.” Volgens Hoekzema belangrijk om inzicht te krijgen. „Je kunt als onderzoeker een hypothese hebben, maar welke reactie geeft de plant? Implementatie op het perceel is belangrijk. Het gaat hier over voedselveiligheid, voedselzekerheid.”
Een ander voorbeeld is de aanschaf van een ecoploeg. Panman heeft er goede ervaringen mee, maar er zijn ook nadelen. Zo waaien er vanuit de akkerrand ook grassen het perceel binnen. Kweekgras is gewoon een probleem met de ecoploeg. Anderzijds verlaag ik mijn chemiegebruik en creëer ik een mooi zaaibed. Het is een evenwicht, maar er moet wel een verdienmodel blijven. Ja, bepaalde financiële opbrengsten mogen nog wel wat meer in de lift zitten.”
Panman heeft vooral handvatten nodig voor de langere termijn, graag met consistent beleid. „Niet steeds meer achter de computer voor de vinkjes, al snap ik dat het ook controleerbaar moet zijn. Registratie is prima, maar het werk moet in het veld gebeuren.”
Webinarreeks over de toekomst van de akkerbouw in de Veenkoloniën
Het webinar van Groen Kennisnet is een onderdeel van een reeks binnen het project Boerderij van de Toekomst – Veenkoloniën, waarin actuele thema’s in de akkerbouw aan bod komen. De Veenkoloniën kenmerken zich door de strakke verkaveling, brede sloten en een open landschap. Al sinds de ontginning typeren ze het akkerbouwgebied, waar zetmeelaardappelen op veel bedrijven de kern is van de bouwplannen. De dalgrond maakt het gebied heel specifiek. Kern van de webinarreeks is om te vertellen of het lukt om als akkerbouwer vandaag de dag het bedrijf gezond en rendabel te houden. En hoe gaat de sector om met maatschappelijke druk en klimaatuitdagingen?