Brussel wil meer kansen voor jonge boeren. Wat doen Nederlandse politieke partijen?

Al bij zijn aantreden stelde EU-landbouwcommissaris Christophe Hansen dat het zorgen voor een nieuwe generatie boeren een van zijn speerpunten was. Woensdag maakte hij dat doel conreter toen de Europese Commissie de 'Strategie voor generatievernieuwing in de landbouw' presenteerde. Dat gebeurde midden in de Nederlandse verkiezingsstrijd - een goede gelegenheid om te kijken welke plannen de partijen hebben voor jonge boeren.
Teleurstellend
Dat is teleurstellend. Bladerend door de verkiezingsprogramma's van de verschillende partijen zijn er weinig woorden te vinden over jonge boeren. En nog minder maatregelen die specifiek gericht zijn op het helpen van jonge boeren bij de overname van een bedrijf, of op het helpen van zij-instromers. Boerenpartij BBB noemt jonge boeren niet specifiek, maar heeft slechts één regel over jonge ondernemers in het algemeen. „Jongeren die willen ondernemen krijgen begeleiding, toegang tot startkapitaal en ruimte in het onderwijs om ondernemrschap te ontwikkelen", stelt de partij. Maar dat geldt voor jonge boeren dus niet meer dan voor jongeren die een broodjeszaak of een kinderdagverblijf willen beginnen.
Bij de VVD houdt het ook niet over. Die partij wil vooral duidelijkheid geven over de toekomst van de landbouw, „zodat (jonge) boeren weten waar ze aan toe zijn en kunnen investeren in hun bedrijf." Maar meer dan duidelijkheid wil de partij niet geven. Geen starterssubsidies, geen toegang tot grond, geen andere steun.
De SGP wil vooral het behoud van al bestaande steunregelingen voor jonge boeren. Extra ondersteuning bestaat bij hen vooral uit het meer toegankelijk maken van die regelingen en het verminderen van administratieve drempels bij bedrijfsovernames.
De ChristenUnie steunt jonge boeren en zij-instromers „door bedrijfsovername makkelijker te maken, bijvoorbeeld met garantieregelingen."
D66 zit wat op de lijn van VVD. „Jonge boeren haken af omdat ze geen perspectief meer zien", stelt die partij in haar verkiezingsprogramma. „Dat moeten we zien te keren." En dat wil ze doen door een duidelijke stip aan de horizon te zetten. Daarnaast wil de partij vooral ruimte bieden voor nieuwe boeren; „gemotiveerde jonge mensen die graag een landbouwbedrijf willen opzetten of overnemen." Want „juist buitenstaanders kunnen met hun frisse blik voor een positieve impuls zorgen." De partij wil deze zij-instromers daarom toegang tot grond en toegang tot kapitaal bieden.
Het CDA wijdt in haar programma de meeste woorden aan jonge boeren. De partij ziet dat de landbouw nu in de knel zit. Haar aanpak is tweeledig. Aan de ene kant wil ze duidelijkheid scheppen door de problemen waar de sector nu mee kampt aan te pakken. Zo wil ze „toekomstperspectief geven voor jonge boeren, zodat ze de transitie kunnen meemaken."
Die duidelijkheid en dat toekomstperspectief wil de partij ook geven met „langjarige afspraken, het opzetten van een langjarig structuurbeleid en [door] regie te nemen op ontwikkeling in de landbouw". Ook wil ze kijken hoe drempels voor opvolgers kunnen worden verlaagd, en fondsen als de Regeling Groenprojecten en het Investeringsfonds Duurzame Landbouw verruimen, zodat bedrijfsovernames en het aangaan van erfpacht door jonge boeren daar ook onder valt.
