Europees Parlement stemt in met bodemmonitoringsrichtlijn; 'Gezonde bodems in 2050'

„Gezonde bodems zijn de bron van vijfennegentig procent van het voedsel dat we eten, huizen meer dan een kwart van de biodiversiteit in de wereld en zijn de grootste koolstofopslag op land op de planeet. Maar bodem is een schaarse grondstof en zestig procent van de bodems in Europa zijn niet in een goede conditie.“ Dat stelt de Europese Commissie als reden waarom ze een bodemmonitoringsrichtlijn voorstelt. Die moet ervoor zorgen dat tegen 2050 de bodems in de Europese Unie weer gezond zijn.
Volgens de richtlijn moeten lidstaten de gezondheid van bodems in hun land monitoren en beoordelen. Dat gaat volgens gemeenschappelijke omschrijvingen voor de fysieke, chemische en biologische eigenschappen van elke grondsoort. Lidstaten kunnen vervolgens niet-bindende, duurzame doelen vaststellen voor elke omschrijving, met het doel om bodemgezondheid te verbeteren. Aan de hand daarvan kunnen overheden en grondeigenaren vervolgens maatregelen nemen om de kwaliteit van de bodems te verbeteren.
Geen verplichting
De nieuwe richtlijn „legt geen nieuwe verplichtingen op aan grondeigenaren“, stelt de Commissie. Wel verplicht het lidstaten om boeren te helpen om bodemgezondheid te verbeteren. „Deze steunmaatregelen kunnen onafhankelijk advies en trainingen omvatten, en ook de stimulering van research en innovatie, en maatregelen om mensen bewust te maken van de voordelen van gezonde bodems.“
‘Overbodig’
Voor SGP-Europarlementslid Bert-Jan Ruissen hoeft dat allemaal niet zo nodig. „Wat de SGP betreft is dit overbodige Europese wetgeving“, liet hij voor de stemming weten. „Lidstaten hebben zelf systemen om de staat van bodems te monitoren. Bovendien verschillen bodems door Europa heen flink, dit kan daarom beter op nationaal of lokaal niveau worden geregeld.“
Maar ondanks Ruissen’s bezwaren stemde een meerderheid van zijn collega’s in met het voorstel van de Commissie.
LTO: 'Brussel kiest extra bureaucratie boven praktijk'
LTO Nederland reageert teleurgesteld op de instemming van het Europees Parlement met de bodemmonitoringsrichtlijn. ‘Want dit betekent opnieuw een stap richting extra bureaucratie en een nieuwe bevoegdheid voor de EU, terwijl Nederland al ruim veertig jaar wet- en regelgeving kent voor duurzaam bodembeheer’, schrijft LTO in een reactie. ‘Wel is mede dankzij de inzet van LTO voorkomen dat de richtlijn verplichte maatregelen voor bodembeheer op EU-niveau bevat.’
Voor LTO Nederland is bodemgezondheid vanzelfsprekend van groot belang: een gezonde bodem vormt de basis voor een veerkrachtige landbouw. LTO pleit daarbij voor maatwerk, stimulansen en een vrijwillige benadering. ‘Daar is geen nieuwe Europese richtlijn voor nodig’, vindt LTO. ‘Zeker niet omdat bodembeheer een lokaal vraagstuk is, met grote verschillen tussen regio’s binnen Europa. Daarbij komt dat het uitwisselen van kennis en data over bodems nu al gebeurt in de EU zonder dat daar een richtlijn aan te pas komt.’
Joris Baecke, portefeuillehouder Bodem en Water : „Nederlandse boeren en tuinders werken elke dag aan een gezonde bodem en duurzamere teeltmethoden, omdat dit de basis vormt van hun bedrijf én teelt. LTO onderschrijft de ambitie van gezonde bodems in heel Europa, maar Nederland beschikt over kennis, meetgegevens en praktijkervaring die beter benut kunnen worden dan via een uniforme Europese aanpak.”
LTO is opgelucht dat de richtlijn geen verplichte maatregelen voor bodembeheer en geen bindende doelen voor bodemherstel bevat. Wel spreekt LTO haar zorgen uit over dat de EU met deze richtlijn de bevoegdheid krijgt om beleid te voeren over bodems. ‘In eerdere voorstellen stonden bindende doelen voor bodemherstel, gebaseerd op generieke EU-indicatoren. Die houden geen rekening met de grote verschillen tussen bodems in Europa. LTO blijft daarom goed volgen hoe de richtlijn verder wordt uitgewerkt, om te voorkomen dat er later alsnog extra regels of verplichtingen bijkomen.’
LTO blijft zich in de komende fase van de nationale implementatie inzetten om te voorkomen dat de richtlijn leidt tot onnodige lasten, verplichtingen en verdere juridisering van bodembeheer.
BioHuis: positief als richtlijn gebruikt gaat worden voor meer onderzoek en voorlichting
Pipie Smits van Oyen, voorzitter van BioHuis (vereniging van biologische boeren), benadrukt dat bodemgezondheid voor bioboeren van groot belang is. „Alle initiatieven voor een gezonde bodem onderschrijven wij. Wij werken dagelijks aan een gezonde bodem, in samenspel met de natuur.”
Smits van Ooyen geeft aan dat er nog heel veel onbekend is over wat zich nu precies afspeelt onder onze voeten. „Als deze richtlijn gebruikt zal worden voor meer onderzoek, voorlichting en advies lijkt me dat heel positief.” Voor haar is het echter nog onduidelijk hoe de richtlijn uitgewerkt gaat worden, en of de richtlijn rekening houdt met de kenmerken van een biologisch landbouwsysteem. „Worden er KPI’s ontwikkeld? Hoe passen die dan bij de biologische bedrijfsvoering? In een biologisch landbouwsysteem kan je laten zien dat je al veel goed doet. Als je dan toch weer met KPI’s moet gaan werken zie ik dat als nadeel. Dat brengt extra administratie met zich mee en daar zit geen enkele boer op te wachten.”
