
Video: Onderzoek naar stikstofefficiëntie in pootaardappelen en tarwe
In het onderzoek zijn drie aardappelrassen meegenomen: Innovator (middenvroeg), Rudolph (middenlaat) en Babylon (laat). „De rassen zijn geselecteerd op hun verschil in rijptijd”, vertelt Kirsten Berghuis.
„In de twee standaardobjecten liggen de Innovator en Babylon. Die hebben een standaarddosering gekregen van 700 kilogram blend (11-10-28) per hectare die wij speciaal laten mixen. Deze is tussen het poten en aanfrezen gestrooid. In de Rudolph, die qua rijptijd tussen de Babylon en Innovator in zit, is naast de standaard dosering in een object ook helemaal geen stikstofbemesting toegepast om te kijken wat het effect daarvan is.” De standaarddosering van 700 kilogram blend is gebaseerd op de resultaten van jarenlang monsters prikken, licht Berghuis toe.
Voorafgaand aan het poten zijn grondmonsters gestoken om de N-bodemvoorraad in kaart te brengen. Eind april, begin mei zijn de aardappelen gepoot. Vervolgens zijn in de maanden juni, juli en augustus (vlak voor het loofdoden) opnieuw monsters gestoken. „Er is gestoken op 0 tot 30, 30 tot 60 en 60 tot 90 centimeter. Je wilt vooral informatie over de laag 0 tot 30 centimeter, want daar gebeurt het meest. Maar voor het onderzoek is het ook relevant om een beeld te krijgen wat er in de diepere lagen gebeurt.” Naast grondmonsters zijn er ook op verschillende momenten loof- en knolmonsters genomen die momenteel nog worden geanalyseerd.
Verloop van het seizoen
„De aardappelen hebben het droog gehad dit jaar”, blikt de SPNA-onderzoeker terug. „Ze waren relatief vroeg aan de maat.” Berghuis spreekt van een ‘seizoenseffect’: „Dit zagen we om ons heen ook gebeuren.” Daarnaast zijn er op het eerste oog relatief veel bovenmaten en wat minder tal. „Maar de aardappelen moeten nog worden gesorteerd.” Over de kwaliteit kan ze nog niks zeggen. „Daar is het nog te vroeg voor.” Datzelfde geldt voor de stikstofefficiëntie van de pootaardappelen dit seizoen.
De wintertarwe is inmiddels gezaaid. „Voor de wintertarwe hebben we komend jaar twee proefvelden de eerste ligt op dezelfde plek als waar afgelopen jaar de aardappelproef lag om zo de nawerking te kunnen volgen. Hierin doen we een standaard tarwe bemesting. In november gaan we voor de eerste keer grondmonsters nemen in de wintertarwe, op 0 tot 90 centimeter.” Daarna worden er in het seizoen regelmatig grondmonster gestoken.
Driejarig onderzoek
SPNA Research doet drie jaar lang onderzoek naar de stikstofefficiëntie in pootaardappelen en tarwe. Het onderzoek loopt tot 2028 en wordt uitgevoerd in opdracht van BO Akkerbouw in het kader van de Sector Aanpak Nitraat. De kennis die opgedaan wordt met dit onderzoek moet telers helpen om de bemesting beter af te stemmen op het gewas en moment van opname. Zo kan gericht worden gestuurd op het beperken van nitraatuitspoeling naar het grondwater.
Hoe legt SPNA Kollumerwaard haar proefvelden aan? In deze video wordt het uitgelegd.
Tekst: Renske van Valburg
Beeld: SPNA

