Debat over gewasbescherming: ‘Straks zit er niets meer in de medicijnkast van de boer’

Politici debatteerden in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen de degens over gewasbescherming en dierenwelzijn. Student Jordy Otte vroeg zich af: „Hoe helpt uw partij ons als jonge ondernemers bij het produceren van gezond voedsel én bij dierenwelzijn?”
GroenLinks-PvdA: stop met schadelijke chemie
Jade van der Linden (GroenLinks-PvdA) pleitte voor een harde afbouw van schadelijke middelen: „Het gaat om volksgezondheid. PFAS-houdende middelen en glyfosaat moeten verdwijnen.” Haar partij ziet toekomst in precisielandbouw, gezonde bodems en natuurinclusieve productie. Volgens Van der Linden zijn langjarige pachtcontracten en voorrang voor jonge boeren daarbij essentieel.
„Veel kan anders”, zei ze. „Maar we moeten wel eerlijk zijn over de risico’s die chemische middelen met zich meebrengen voor mens en milieu.”
ChristenUnie: ‘Paracetamolletje voor je uien ontbreekt straks’
Pieter Grinwis (ChristenUnie) trok de vergelijking met medicijnen: „Als wij hoofdpijn krijgen, nemen we een paracetamol. Maar boeren hebben straks nauwelijks iets meer in hun medicijnkastje om valse meeldauw of phytophthora te bestrijden.” Hij waarschuwde voor toenemende risico’s in de teelt van gevoelige gewassen als uien en spruiten.
Grinwis wil dat de toelatingsprocedure bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) sneller en deskundiger wordt: „Het kastje van de boer raakt leger en leger. Zonder effectieve bescherming kun je geen topsportgroenten telen in een veranderend klimaat.”
BBB: ‘Sinds gewasbeschermingsmiddelen geen hongersnood meer’
Caroline van der Plas (BBB) keek naar het verleden. „Sinds de komst van gewasbeschermingsmiddelen is er in Noordwest-Europa geen hongersnood meer geweest.” Ze wees op de wereldwijde gevolgen van te rigide beleid: „Kijk naar Sri Lanka. Daar is de biologische landbouw van de ene op de andere dag ingevoerd. Gevolg: misoogsten en bijna een burgeroorlog.”
Volgens Van der Plas maakt Nederland het zichzelf onnodig moeilijk. „Wat hier niet meer mag, komt straks van ver. Maar daar worden die middelen nog wel gebruikt. We verkwanselen onze voedselzekerheid.”
CDA: ‘Boeren hebben al grote stappen gezet’
Jan Arie Koorevaar (CDA), zelf melkveehouder, stelde dat boeren volop investeren in techniek. „Ik was vanmorgen nog bij een akkerbouwer met een spotsprayer. Die reduceert middelengebruik enorm.” Wel waarschuwde hij voor onrealistische consumentenverwachtingen. „Als je minder mag spuiten, moet je accepteren dat niet elk product er perfect uitziet.”
Koorevaar wil tijd, vertrouwen en integrale aanpak. „We moeten boeren de kans geven om via veredeling en techniek weerbaarder te worden. Geef ook jonge boeren de tijd om mee te groeien.”
SGP: ‘Gevolg van stemmingmakerij’
André Flach (SGP) bekritiseerde het polariserende taalgebruik van sommige politici: „Spreken over ‘landbouwgif’ of ‘ramen waar gif langsdrijft’ jaagt angst aan.” Volgens hem leidt dat tot wantrouwen richting boeren: „In Amersfoort durfden mensen geen appels aan te nemen op een boerendag. Dat is het gevolg van stemmingmakerij.”
Flach wil landbouwproducten uitzonderen van handelsverdragen: „We laten hier middelen verbieden en halen het dan goedkoop van buiten binnen. Dat kost onze landbouw honderden miljoenen per jaar.”
‘Duidelijke regels, ook voor lelieteelt’
Jade van der Linden kreeg het in het debat aan de stok met Caroline van der Plas over de rol van sierteelt. „De lelieteelt is een sector die heel veel middelen gebruikt, maar niet bijdraagt aan voedselzekerheid.” Volgens haar moet ook hier streng worden ingegrepen. Van der Plas reageerde: „Lelieteelt gebruikt dezelfde middelen als de akkerbouw. Dus als je die schrapt, raak je ook andere teelten.”

Tekst: Robert Hüsken
Robert Hüsken is freelance tekstschrijver en podcastmaker voor diverse bedrijven, media en andere organisaties.
Beeld: Het Jonge Boeren Verkiezingsdebat
Bron: Het Jonge Boeren Verkiezingsdebat
