Akkerwijzer.nl logo

  • Menu
  • Nieuws
    • Home
    • Teelt

      Subcategorieën

      • Consumptieaardappelen
      • Pootaardappelen
      • Zetmeelaardappelen
      • Suikerbieten
      • Tarwe
      • Gerst
      • Uien
      • Peen
      • Vollegrondsgroente
      • Cichorei
      • Bloembollen
      • Eiwithoudende gewassen
    • Gewasbescherming

      Subcategorieën

      • Onkruiden
      • Schimmels
      • Plaaginsecten
      • Bodemaaltjes
      • Weer
    • Bewaring

      Subcategorieën

      • Bewaartechniek
      • Bewaarproces
    • Bodemgezondheid

      Subcategorieën

      • Bodemleven
      • Bodemverdichting
      • Ontwatering
      • Organische stof
      • Groenbemester
    • Bemesting

      Subcategorieën

      • Dierlijke mest
      • Meststoffen
    • Mechanisatie

      Subcategorieën

      • Trekkers
      • Grondbewerking
      • Bemesting
      • Zaaien en planten
      • Gewasbescherming
      • Oogst
      • Onkruidbestrijding
    • Economie

      Subcategorieën

      • Markt
      • Afzet
      • Certificering
      • Agribusiness
      • Maatschappij
      • Energie
      • Ondernemen
      • Buitenland
      • Water
    • Beleid

      Subcategorieën

      • Politiek
      • Belangenbehartiging
    • Sterke Erven
  • Marktcijfers
  • Video's
  • Dossiers
  • Kennispartners
  • Vakblad
    • Vakblad
    • Jaargangen
    • Verschijningsdata
    • Abonneren
    • Sterke Erven
  • Top
  • Evenementen
  • Het LeerErf
  • Sterke Erven
  • Sterke Erven
Topgewas logo
  • Home
  • Gewasdiversiteit
  • Ras & teeltwijze
  • Bodembeheer
  • Gerichte bestrijding
  • Monitoring & evaluatie
TopgewasBemestingMet Nmin-residumetingen grip houden en inzicht krijgen

Katalysator voor verbeteren bemestingsefficiëntie

Met Nmin-residumetingen grip houden en inzicht krijgen

De hoeveelheid minerale stikstof (Nmin-residu), de som van ammonium en nitraat die na de oogst in de bodem aanwezig is, gaat een belangrijke rol spelen als een teler in aanmerking wil komen voor een uitzondering op generieke mestmaatregelen. Toch is Nmin-residu meer dan alleen een indicator van het risico op uitspoeling naar grond- en oppervlaktewater. De uitkomsten geven telers inzicht in de behaalde stikstofefficiëntie op perceelniveau. Hiermee krijgen zij inzicht of er een verbetering mogelijk en nodig is.

Vanuit BO Akkerbouw wordt het uitvoeren van Nmin-residumetingen toegejuicht. Wageningen UR heeft eerder dit jaar een meetprotocol vastgesteld. In Nederland zijn al verschillende voorbeelden die aantonen dat een meting naar de hoeveelheid minerale stikstof in de bodem meer inzichten geeft, en meer is dan een vinkje binnen de doelsturingsprincipes in het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn, dat eraan zit te komen (in de vier luiken hierna worden verschillende voorbeelden uitgelicht).
„We willen als sector juist de stikstofefficiëntie verbeteren”, zegt Arjan Mager. Hij is als inhoudelijk expert namens BO Akkerbouw betrokken bij de Sectoraanpak Nitraat. „De doelen voor grondwaterkwaliteit zijn Europees vastgesteld, dus daar ligt een uitdaging. Door inzicht te krijgen in hoeveel minerale stikstof tijdens het uitspoelingsseizoen verloren kan gaan, worden telers en hun adviseurs gestimuleerd na te denken over een betere stikstofbenutting. Veel telers hebben nu nog weinig zicht op de werkelijke situatie op hun percelen. Daardoor blijven kansen liggen om te verbeteren, bijvoorbeeld in de keuze van meststoffen, de hoeveelheid of het moment van toediening.”
Op het gebied van rasontwikkeling in relatie tot stikstofefficiëntie gebeurt er ontzettend veel. Maar het bemestingsplan wordt daar nog onvoldoende op aangepast. „De gevoeligheid voor te veel stikstof is er inmiddels vaak wel uitveredeld. In de praktijk zien we soms helaas nog dat er stikstof wordt toegediend op een moment dat het gewas dit niet meer opneemt. Of er wordt ook organische mest uitgereden, waarbij laat vrijkomende stikstof soms niet wordt opgenomen. Dan is het enorm belangrijk om zo snel mogelijk na de teelt een vanggewas in te zaaien, om de onbenutte minerale stikstof te beschermen tegen uitspoeling. Het is een zelfsturend mechanisme. De teler denkt als het ware dat hij zich netjes aan de lokaal geldende snelheid houdt, maar intussen heeft hij geen snelheidsmeter, waardoor het niet ondenkbaar is dat er ongemerkt toch te hard wordt gereden. Daar helpt de Nmin-residumeting goed bij. De telers krijgen de feiten, in plaats van een overtuiging dat ze de bemesting netjes en scherp deden. Er blijkt nog veel winst te halen.”

Vanggewas cruciaal in oplossen van verliezen naar het grondwater

Afstemmen op gewasbehoefte

Volgens Mager zijn de uitkomsten van Nmin-residumetingen van grote waarde en veel meer dan een ‘rapportcijfer’. „Als een bodem meer stikstof mineraliseert dan door de teler wordt ingeschat, bestaat de kans op veel Nmin-residu in de bovenste 30 centimeter. De minerale stikstof die bij de najaarsmeting al onder de 60 centimeter zit, is eerder in de teelt verloren gegaan. Minerale stikstof in de 0 tot 30 centimeter-laag kent een recente oorzaak. Een Nmineraal-meting in het voorjaar, kort voor een teelt, kan veel inzicht geven in de actuele stikstofbeschikbaarheid. Dit kan de basis vormen voor de stikstofbemesting in plaats van standaard giften toe te passen.”
De bemesting afstemmen op de gewasbehoefte, rekening houdend met specifieke perceeleigenschappen, is een werkwijze waar BO Akkerbouw samen met haar veertien leden graag naartoe wil. „Alles draait om kennis en inzicht. Door het Nmineraal te meten, creëer je bewustwording en inzichten, waarop de teler kan handelen en wij weer onderzoeken voor uit kunnen zetten. Ik zie de metingen naar Nmin-residu als een katalysator in het hele proces.”
Mager vertelt dat de werkwijze niet nieuw is. „Midden jaren negentig was het heel gangbaar om de bemesting aan te passen op basis van de Nmineraal-meting in het voorjaar. Met de introductie van bemestingsnormen verloor dit een noodzaak, omdat telers vooral die invulden en afvinkten.”
De voorjaarsmetingen leveren de telers veel informatie op. „Vanggewassen zijn een cruciale factor in het oplossen van je verliezen naar het grondwater. Bovendien heeft het impact op je volgteelt. Want je moet ervoor zorgen dat die geen stikstof vastlegt die eigenlijk voor je hoofdteelt bestemd is. Als de Nmin in april nu erg laag is, en het vanggewas er nog staat, moeten alle alarmbellen afgaan. Want dan had je veel eerder je vanggewas moeten vernietigen.”

Doelsturing

De behoefte aan goede Nmin-metingen leeft ook in de praktijk. Akkerbouwer Thomas Pollema uit het Friese Alde Leie wil bijvoorbeeld graag zo snel mogelijk aan de slag. Vanuit de ledenraad van Agrifirm is hierop aangedrongen, met metingen binnen het project Balansbemesting aardappelen als resultaat.
Pollema vertaalt als vicevoorzitter van de ledenraad de roep vanuit de sector. „Doelsturing gaat eraan komen. Ondanks dat op plekken nog te veel uitspoeling naar het grond- en oppervlaktewater plaatsvindt, zien wij nog voldoende kansen om onze gewassen goed te bemesten en normale opbrengsten te halen. Ondanks de generieke maatregelen en kortingen moet er wel ruimte zijn voor goede landbouwpraktijk. En dan kunnen we het beste zelf aan het stuur zitten. Daarom dringen we er op aan om nu al te gaan meten.”
Het wachten is nu op de overheid die moet bepalen wat de exacte drempelwaarden van Nmin-residu in de 0 tot 90 centimeter-laag zijn. Hier kan een teler dan op gaan sturen. Mager verwacht dat Wageningen UR voor de zomer van 2026 de drempelwaarden heeft bepaald. „Vanwege de verschillen in regio’s en grondsoorten verwacht ik dat er niet één, maar meerdere drempelwaarden worden bepaald, zodat er ook echt maatwerk kan worden geleverd.”

Cosun Groeikracht

‘Metingen op grote schaal om bemesting bij te sturen’

Cosun Groeikracht is voorloper op het gebied van Nmin-residumetingen. In 2024 is Cosun begonnen met het gratis aanbieden van N-mineraalmetingen. Doel is om de stikstofefficientië op percelen met suikerbieten (Cosun Beet Company), aardappelen (Aviko) en cichorei (Sensus) te optimaliseren. „We hebben onze nek uitgestoken. De reden is tweeledig. Enerzijds wilden we vooruitlopen op eventuele wet- en regelgeving om te voorkomen dat generiek beleid wordt aangescherpt, terwijl er nog maar weinig bekend is over wat de uitspoeling onder suikerbieten en aardappelen inhoudt. Anderzijds geven de metingen inzicht aan deelnemende telers in hun perceelsituatie om hier vervolgens op te sturen”, legt Arjen Brak uit. Hij is projectmanager agronomie bij Groekracht Cosun. In 2024 zijn al zo’n 1.000 percelen bemonsterd. Het afgelopen seizoen lag de deelname zelfs hoger met 1.400 bedrijven, waarop in totaal 3.500 percelen metingen zijn uitgevoerd. De uitvoerende partijen doen in het voorjaar metingen op 0 tot 30 centimeter en 30 tot 60 centimeter. In het najaar wordt er ook op 60 tot 90 centimeter gekeken. Dit geeft inzicht in de hoeveelheid nitraatstikstof en ammoniumstikstof, de mobiele varianten van stikstof dat kan uitspoelen.
In een representatief blok van 2 hectare worden 70 steken genomen. „Die steken worden altijd genomen via een vast W-patroon. Dit is overigens wel iets wat we in de toekomst gaat veranderen aan de hand van het voorgestelde protocol in het 8e Actieplan Nitraatrichtlijn, wat voorschrijft het gehele perceel te meten.”
Volgens Brak is vooral belangrijk welke drempelwaarden worden aangehouden. Noodzakelijk, maar tegelijk ook lastig omdat gewassen en grondsoorten verschillen. „Je hebt wel iets van een getal nodig, anders ben ik bang dat mensen niet gaan anticiperen.”
Voor suikerbieten en cichorei worden de metingen voor het zaaien uitgevoerd. Zo kunnen de telers anticiperen op de hoeveelheid mineralen die al in de bodem zitten en kunnen daarop hun bemesting aanpassen. Bij aardappelen is dit zo’n vier weken na opkomst. „Wat er niet op gaat, kan ook niet uitspoelen”, stelt Brak, die aangeeft de Bodemcheck, die Cosun Groeikracht voor de aardappelen aanbiedt, als basis dient voor de bijbemesting. „Vaak vindt er meer mineralisatie plaats dan telers verwachten. De metingen helpen om hier inzicht in te geven.” Een gesplitste bemesting, met twee derde aan de basis en de rest verdeeld over het seizoen, kan veel voordeel opleveren bij aardappelen.

Najaarsmetingen

Na de oogst, in de periode van eind oktober tot medio december, worden de metingen nogmaals uitgevoerd om te kijken hoe het perceel het heeft gedaan en wat de resterende stikstof is na de teelt. „We hebben al een interessante set met data opgebouwd. Tot dusver blijkt dat suikerbieten en cichorei efficiënt omgaan met de mineralen, zoals verwacht. Het verminderen van de bemesting is spannend, maar we leren als sector wel om wat korter op de bal te zitten en te durven iets minder te geven. Voor aardappelen is het iets uitdagender, maar er is zeker potentieel om laag te scoren. We zijn ook zeer benieuwd naar de resultaten van dit jaar. We verwachten een wat hoger residu omdat door dit seizoen door hoge bodemtempratuur in combinatie met vocht (beregenen) meer mineralisatie heeft plaatsgevonden. Zo zien we ook verschillen tussen de jaren.”

Volgens Brak is vooral belangrijk welke drempelwaarden worden aangehouden. Noodzakelijk, maar tegelijk ook lastig omdat gewassen en grondsoorten verschillen. „Je hebt wel iets van een getal nodig, anders ben ik bang dat mensen niet gaan anticiperen.”

Een speciale emmer om onderscheid tussen de monsters te houden.
Een speciale emmer om onderscheid tussen de monsters te houden.

Wat er niet op gaat, kan ook niet uitspoelen

Innovatie Veenkoloniën

‘Fijnmazig meten, op bedrijfsniveau sturen’

Op 3.000 hectare binnen de Veenkoloniën wordt dit najaar bouwplanbreed bemonsterd. 24 telers uit Drenthe krijgen met hun vrijwillige deelname inzicht in wat het residu van nitraat in de bodem is dat na de oogst achterblijft. Dit vindt plaats in het kader van de Sectoraanpak Nitraat van Brancheorganisatie Akkerbouw en Innovatie Veenkoloniën, waarbinnen al veel telers ook al ja hebben gezegd voor hun inbreng aan de BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw (BMA) om biodiversiteit en duurzaamheid op het akkerbouwbedrijf zichtbaar en meetbaar te maken.
De N-mineraalresidumetingen zijn voor de telers kosteloos. Provincie Drenthe heeft een toezegging gedaan voor het financieren van de helft van de bemonsteringskosten voor de Drentse deelnemers. Met Groningen lopen er nog gesprekken om dit volgend jaar ook daar te gaan uitvoeren. Royal Avebe vult de rest aan en is verantwoordelijk voor de operationele uitvoering van de bemonstering en de begeleiding bij het lezen van de resultaten.
„Want we hebben uit de Cosun-pilot al gezien dat de uitkomsten behoorlijk kunnen fluctueren tussen gewassen en jaren. We willen de teler handvatten geven om echt met de resultaten aan de slag te gaan”, zegt Marleen de Rond, directeur Agro van Avebe. De metingen worden door HLB uitgevoerd volgens het protocol van Wageningen UR, dus in het najaar en op drie meetdieptes.
„De uitkomst van deze fijnmazige metingen zijn natuurlijk erg interessant, omdat we kijken naar verschillende grondsoorten en gewassen. We gaan veel beter leren wat de invloed van bemesting is en wat voor effect de opbouw van het bouwplan heeft op die resultaten”, vertelt De Rond. „Veel telers in Zand Noord en Zand Midden blijven onder de drempel van 50 milligram nitraat per liter. Maar andere aardappelteelten en gewassen als uien en bloembollen in het bouwplan veranderen ook het patroon van uitspoeling in de bodem. De inzichten die de metingen opleveren, moeten de teler helpen bij zijn afwegingen in het bouwplan. De fijnmazige metingen geven de mogelijkheid om op bedrijfsniveau te sturen. Belangrijke disclaimer is wel de vraag wat het effect van een droog of een extreem nat jaar is. Daarom moet je de metingen ook minimaal drie jaar uitvoeren. Dit geeft de teler ook de zekerheid dat die fouten mag maken en je hebt dan meerdere gewassen gehad in de rotatie.”
Inmiddels is er met HLB als uitvoerder geregeld dat er voldoende labcapaciteit is om de monsters om te zetten in data en analyses. Vanuit Avebe en de andere partners in het gebied wordt er gewerkt aan een dashboard (alleen beschikbaar voor de teler) en het trainen van de adviseurs. Voor De Rond staat vast dat de metingen verder gaan dan het beoordelen van het N-mineraalresidu. Als coöperatie wil Avebe ook zoveel mogelijk kennis richting de bedrijven brengen om uiteindelijk mest zo goed mogelijk aan te wenden. „We leggen duurzaamheidsproeven aan waar we verschillende bemestingsnormen gebruiken. Onze buitendienstmedewerkers worden steeds meer getraind op het stuk advies. Ook omdat de introductie van nieuwe rassen steeds sneller gaat. Ieder ras heeft ook op het gebied van bemesting een andere aanpak nodig. Door middel van studiegroepen en vanuit ons veredelingsbedrijf Averis willen we die kennis zoveel mogelijk delen.”
De Rond begrijpt dat de metingen zo gedetailleerd worden, dat er ook een vorm van terughoudendheid bij telers ontstaat. „Het gevoel dat sommige telers daar niet om staan te springen, snap ik heel goed. Meer inzicht is misschien niet altijd positief. Aan de andere kant is deelname vrijwillig, blijft de boer eigenaar van de data en is uiteindelijk het alternatief de generieke maatregelen.”

Agrifirm Balansbemesting aardappelen

‘Zoektocht naar economisch en ecologisch optimum’

Agrifirm telers hebben binnen het concept Balansbemesting Aardappelen de mogelijkheid om te werken aan een optimale aardappelopbrengst met een uitgekiend bemestingsadvies. Streven is om de deelnemers actueel inzicht te geven in de groei van het gewas, de nutriëntenvoorzieningen en de eventuele noodzaak om bij te bemesten. Balansbemesting Aardappelen is door Agrifirm in 2025 in de markt gezet na vele jaren onderzoek.
Voor de afnemers van Balansbemesting Aardappelen heeft de coöperatie een project opgestart voor intensieve Nmin-residumetingen. De ledenraad keurde onlangs dit project goed. De metingen worden dit seizoen aan deelnemende telers voor nul euro aangeboden. Ze krijgen hier de gegevens voor terug, waarop ze kunnen sturen.
„Ook omdat we geloven in doelsturing voor de agrarische sector, waar de teler zelf weer aan het roer staat. Bovendien leveren de metingen een stuk inzicht op”, legt Kees Overheul uit. Hij is technisch conceptmanager gewasmanagement bij Agrifirm.
Binnen Balansbemesting Aardappelen wordt in het seizoen op drie momenten een bijbemestingsadvies gegeven, rekening houdend met pootdatum en teeltdoel. Dit gebeurt op basis van meerdere bodem- en gewasanalyses. Zo kan de teler sturen in het seizoen. Uitgangspunt is om agronomisch zo’n goed mogelijk resultaat te halen, in euro’s en rendement van het gewas.
Deze extra Nmin-residumetingen geven de mogelijkheid om zowel een economisch als een ecologisch optimum te zoeken. Naast de pilot bij de telers die Balansbemesting Aardappelen hebben afgenomen voert Agrifirm op drie proeflocaties ook metingen uit. „Uiteindelijk komt daar een agronomisch optimum uit. Een soort rekenmodel, waarmee we beogen om de stikstofgift af te toppen. Bijvoorbeeld: het algemene advies is om 50 kilo stikstof rond de langste dag te geven. Wij kijken of we dat terug kunnen brengen naar 30 kilo, om zo de stikstofverliezen aan het einde van de teelt te beperken. De proefresultaten moeten nog komen. Daar wil ik nog niet te ver op vooruitlopen, maar het geeft wel perspectief om verder te onderzoeken. We zien geen negatieve uitkomsten tot nu toe.”
Door de ervaring bij onder meer Groeikracht Cosun en in Vlaanderen, waar men volgens Overheul al jaren bezig zijn met Nmin-residumetingen, en in overleg met BO Akkerbouw, hoopt Agrifirm een richtlijn te kunnen geven richting de telers. „Uit de proeven zien we in ieder geval dat er aan de economische kant best kansen liggen om de stikstofbemesting af te schalen. Stevige stikstofbemestingen geven in de aardappelteelt weliswaar mooi loof, qua opbrengsten zien we minder toegevoegde waarde. Dan heb je kilo’s stikstofverliezen, die de teler ook graag anders wil inzetten. Als blijkt dat je in het seizoen 20 kilo stikstof kunt besparen, kan de conclusie zijn dat je als teler door de inzet van alleen organische bemesting misschien wel beter af bent.”
Agrifirm volgt meer dan 400 percelen. Op de proefvelden wordt gekeken naar Agria, Fontane, Innovator en BMC, rassen waar de coöperatie al een behoorlijke dataset van heeft. Deze vier rassen komen in het project Balansbemesting Aardappelen ook het meest voor bij de telers. „Met andere partijen lopen gesprekken om te kijken hoe we gegevens kunnen uitwisselen, die helpen bij het vullen van de dataset.”
De bodem- en plantsapmetingen worden meerdere keren uitgevoerd. Op meerdere momenten worden de loofgewichten bepaald. In het adviesmodel wordt rekening gehouden met teeltdoelen en raseigenschappen, er wordt vooral gekeken naar stikstof, kali, magnesium, zwavel, borium en mangaan in de plant. Aan de hand van agronomische modellen wordt het advies voor de Balansbemesting Aardappelen gebaseerd. „Gedachte is om dit verder door te trekken naar de bodem Nmin-residumetingen. Uiteraard moet hiervoor uiteindelijk ook wel een behoefte uit de markt zijn. Dit onderzoeken we met dit project.”

Er zijn verschillende partijen die de metingen uitvoeren.
Er zijn verschillende partijen die de metingen uitvoeren.

Doel is een soort rekenmodel, waarmee we beogen om de stikstofgift af te toppen

Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB)

‘Over de grens hebben ze veel baat bij Nmin-residumetingen’

Onze zuiderburen hebben al meer dan een decennium ervaring met het uitvoeren van Nmin-residumetingen. De systematiek in België, met het belonen door een uitzondering op strenge generieke mestregels, is vergelijkbaar met de uitgangspunten in het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. De boeren in Limburg, een gebied dat een vrij lange grens met België heeft, hebben veel van de werkwijze meegekregen.
„Het was voor ons ook de reden om te beginnen met bewustwordingsproject, om meer kennis te vergaren over de bodem. Het gaat om zaken die voor veel boeren onzichtbaar waren, terwijl ze er nu puur mee bezig zijn en wellicht zelfs op gaan sturen”, legt Erik Dings uit. Hij werkt bij de LLTB als medewerker bodem, water en natuurinclusieve landbouw.
Het afgelopen jaar zijn vanuit de LLTB zo’n 700 Nmin-residumetingen uitgevoerd. Op dit moment worden er zo’n 1.000 percelen van 500 telers bemonsterd. De metingen en bijbehorend advies worden uitgevoerd vanuit het programma WaterWinst, de agrarische aanpak voor schoon en voldoende water en wordt onder meer door Provincie Limburg en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) gefinancierd.
„Het gaat niet alleen om metingen, maar ook om een stuk begeleiding door externe adviseurs. De link tussen het handelen van de boer en het residu in de bodem moet zichtbaar worden. Het gaat om zaken als het handelen van de boer, de inzet van vanggewassen en de koppeling tussen de voorgeschiedenis van het perceel en de aanwezige mineralen.”
In het LLTB-project wordt het conceptprotocol van Wageningen UR gevolgd. Dat betekent dat tussen medio oktober en medio december per perceel, van maximaal 5 hectare, 40 steken op drie dieptes worden gedaan. Als een perceel groter is dan 5 hectare, gaat het om een blok van 5 hectare waarbinnen de 40 steken worden gedaan. Per ondernemer worden twee gratis metingen aangeboden.
Het betreft niet een willekeurige steekproef, benadrukt Erik Dings. „De telers mogen zelf een perceel aanmelden. Daarom zijn we voorzichtig om te zeggen dat de uitkomsten een gemiddelde zijn. Want de één vindt het interessant om een perceel te pakken dat fors is bemest, terwijl de ander juist een perceel voordraagt waarop hij extra zijn best heeft gedaan.”
Drie partijen voeren de metingen uit. Het Limburgse Soilz en een specialistisch loonwerk- en gewasverzorgingsbedrijf AgriTip hebben het materieel en de kennis om de monsters te nemen. Daarnaast is in Zuid-Limburg ook de Belgische Bodemkundige Dienst actief, die dus al veel ervaring heeft met de metingen.
„Wat ons project extra interessant maakt, is dat wij metingen uitvoeren in alle gewassen: grasland, akkerbouw- en vollegrondsgroenteteelten, maar bijvoorbeeld ook druiven. De monsters worden niet alleen na de oogst gestoken, maar ook onder meer in bieten en winterprei die nog op het veld staan. Bovendien hebben wij percelen die laag en hoog liggen, met eventueel een verschil in uitspoeling. Het project geeft de telers ook inzicht in waarom het de één wel lukt om zijn residuniveau op peil te houden, terwijl de andere met een vergelijkbare situatie daar moeite mee heeft. Er is dus ruimte om te optimaliseren en de pieken naar beneden te brengen door deze bewustwordingsactie.”
Voor de zuidelijke zand- en lössgronden zijn de handvatten extra interessant omdat er flink wordt getornd aan de bemestingsvoorwaarden in deze gebieden. Dings hoopt dat de bewustwording en eventuele acties ertoe gaan leiden dat telers in aanmerking gaan komen voor vrijstellingen op generieke maatregelen uit het 8e Actieplan Nitraatrichtlijn, en zo ruimte krijgen om te optimaliseren.
„We maken ons zorgen over of bepaalde teelten überhaupt nog wel kunnen binnen de stikstofgebruiksnormen. Daarom willen we op de eerste rang zitten en de kansen zien, want als dingen onmogelijk worden gemaakt, zoekt men eerder het grijze gebied op. Daar is niemand bij gebaat. Wij denken dat we uiteindelijk naar een gebiedsaanpak moeten, met specifieke doelstellingen en samen met ondernemers kijken naar wat nodig is om dat te halen. Zo kan de aanpak en uitdaging per gebied anders zijn.”

Foto van Martin de Vries
Tekst: Martin de Vries

Geboren en getogen in het Friese Oudehaske ontwikkelde Martin een grote interesse voor de landbouw. Als opgeleid journalist specialiseerde hij zich in de akkerbouw. Zijn overmatige dosis aan nieuwsgierigheid zet hij in voor het team rond Akkerwijzer.

Beeld: Cosun Groeikracht

Deel dit artikel
Twitter
Facebook
LinkedIn
WhatsApp
E-mail
Over Topgewas
Topgewas brengt nieuwe inzichten op het gebied van een duurzame gewasproductie. Verdeeld over de thema’s gewasdiversiteit, ras & teeltwijze, bodembeheer, gerichte bestrijding en monitoring & evaluatie. Via relevante artikelen en reportages krijgen akkerbouwers praktische handvatten om te werken aan een toekomstbestendige, duurzame teelt. Topgewas werkt samen met partners die elk hun expertise hebben op een deelgebied van Topgewas.
Denktank
BO Akkerbouw logo
Wageningen University & Research logo
Uireka logo
Topgewaspartners
HLB logo
Land & Co logo
Soiltech logo
AppsforAgri logo
Farmplus logo
Praat mee
Akkerwijzer is ook actief op verschillende social media. Volg ons, blijf altijd op de hoogte van het laatste nieuws en praat mee.
Facebook Twitter LinkedIn
Nieuwsbrief
Ontvang drie keer per week gratis het belangrijkste akkerbouwnieuws in jouw mailbox. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Akkerwijzer.nl en bevestig je aanmelding via de toegestuurde mail.
Wij wijzen je op het privacy statement van Agrio Uitgeverij B.V.

Teelt
  • Consumptieaardappelen
  • Pootaardappelen
  • Zetmeelaardappelen
  • Suikerbieten
  • Tarwe
  • Gerst
  • Uien
  • Peen
  • Vollegrondsgroente
  • Cichorei
  • Bloembollen
  • Eiwithoudende gewassen
Gewasbescherming
  • Onkruiden
  • Schimmels
  • Plaaginsecten
  • Bodemaaltjes
  • Weer
Bewaring
  • Bewaartechniek
  • Bewaarproces
Bodemgezondheid
  • Bodemleven
  • Bodemverdichting
  • Ontwatering
  • Organische stof
  • Groenbemester
Bemesting
  • Dierlijke mest
  • Meststoffen
Mechanisatie
  • Trekkers
  • Grondbewerking
  • Bemesting
  • Zaaien en planten
  • Gewasbescherming
  • Oogst
  • Onkruidbestrijding
Economie
  • Markt
  • Afzet
  • Certificering
  • Agribusiness
  • Maatschappij
  • Energie
  • Ondernemen
  • Buitenland
  • Water
Beleid
  • Politiek
  • Belangenbehartiging
Akkerwijzer.nl © 2025 - Uitgave van Agrio Uitgeverij B.V. - RSS | Privacyverklaring | Disclaimer | Algemene voorwaarden | Adverteren | Abonneren | Contact redactie | Klantenservice | Cookie instellingen
  • Nieuws
    • Home
    • Teelt
      • Consumptieaardappelen
      • Pootaardappelen
      • Zetmeelaardappelen
      • Suikerbieten
      • Tarwe
      • Gerst
      • Uien
      • Peen
      • Vollegrondsgroente
      • Cichorei
      • Bloembollen
      • Eiwithoudende gewassen
    • Gewasbescherming
      • Onkruiden
      • Schimmels
      • Plaaginsecten
      • Bodemaaltjes
      • Weer
    • Bewaring
      • Bewaartechniek
      • Bewaarproces
    • Bodemgezondheid
      • Bodemleven
      • Bodemverdichting
      • Ontwatering
      • Organische stof
      • Groenbemester
    • Bemesting
      • Dierlijke mest
      • Meststoffen
    • Mechanisatie
      • Trekkers
      • Grondbewerking
      • Bemesting
      • Zaaien en planten
      • Gewasbescherming
      • Oogst
      • Onkruidbestrijding
    • Economie
      • Markt
      • Afzet
      • Certificering
      • Agribusiness
      • Maatschappij
      • Energie
      • Ondernemen
      • Buitenland
      • Water
    • Beleid
      • Politiek
      • Belangenbehartiging
  • Marktcijfers
  • Video's
  • Dossiers
  • Kennispartners
  • Vakblad
    • Jaargangen
    • Verschijningsdata
    • Abonneren
  • Top
  • Evenementen
  • Het LeerErf
Top