West-Vlaamse akkerbouwer plukt al 18 jaar de vruchten van ploegloos werken

Dauchy heeft een gemengd bedrijf (akkerbouw/melkvee) tegen de Franse grens. Op 170 hectare overwegend zware zavelgrond worden diverse gewassen geteeld: (frites)aardappel, witte en rode kool, peen, spruitkool, tarwe, veldboon, kruidenrijk grasklaver, voederbiet en snijmais. Ongeveer de helft van het areaal is huurgrond voor aardappel. Ook op huurpercelen wordt zoveel mogelijk ploegloos geteeld.

Op het bedrijf is vanaf 2009 amper nog geploegd. De positieve effecten van niet-kerende grondbewerking werden voor Dauchy steeds duidelijker: er kwam aanzienlijk méér bodemleven, de grond werd kruimeliger en aangedreven machines als frees of kopeg werden minder belangrijk. Eind mei 2016 viel er in enkele dagen tijd 140 millimeter neerslag. Veel gewassen waren net gezaaid en geplant. Bij geploegde percelen in de buurt was zelfs het pootgoed van het perceel gespoeld. Bij Dauchy bleven de ruggen intact. Dat was een belangrijke bevestiging van de voordelen van het systeem.

Ploegloos ingebed in vertrouwde werkwijze

De Vlaamse akkerbouwer heeft inmiddels een vertrouwde werkwijze. In het najaar wordt zo mogelijk een groenbemester gezaaid. Vaak wordt in het voorjaar compost of stalmest uitgereden gevolgd door een bewerking met de schijveneg. Daarna wordt met een cultivator met smalle beitels bewerkt en gelijk geplant of gepoot.

Ook op andere vlakken wordt gezocht naar verbeteringen. Zo wordt er sinds vier jaar vrijwel geen glyfosaat meer gebruikt (enkel pleksgewijs). Sowieso wordt steeds minder gewasbescherming ingezet. „Niet alleen voor de kosten maar ik beperk middelen en vooral fungiciden ook om de bodemschimmels te sparen.” Ook het NPK-verhaal mag volgens de ondernemer „in de vuilbak”. Hij heeft gemerkt dat de bemesting fors terug kan. Naast twintig ton stalmest beperkt hij de bemesting voor aardappel tot slechts tachtig kilogram per hectare stikstof in de rij.

Dauchy doet zijn verhaal tijdens Inspiratiedag in Wageningen

Op 23 januari zal Bram Dauchy één van de workshops vullen op de ‘Inspiratiedag Boeren met een levende bodem’ in Wageningen. Deze dag is voor iedereen met nkg-ervaring en andere regeneratieve praktijken. Het is een dag met lezingen en praktijkgerichte workshops. Ook bedoeld om collega’s te ontmoeten en kennis te delen.

De ‘nieuwe’ manier van omgaan met de bodem functioneert prima en de voordelen zijn voor Dauchy evident. Toch kan de teler hierin moeilijk berusten. „Het smaakt naar meer.” Hij hoopt dat collega-telers ook hem zullen inspireren over welke volgende stappen hij kan nemen.