Na twee jaar onderzoek nog geen concrete conclusies
Focus Ketenproject pootgoedkwaliteit volgend jaar op tijdstip afleveren
Na twee jaar kunnen de verschillende partijen binnen het project - Agrico, Aviko, Farm Frites, HZPC, Kleinjans aardappelhandel, Lamb Weston, McCain, Meijer, Nedato - nog geen concrete conclusies trekken, maar er is wel een aantal aanwijzingen gevonden. Zo blijkt uit data-analyse dat er aanwijzingen zijn dat er een mogelijk verband is met de factoren pootgoedvitaliteit, (latente) besmetting met Erwinia en het aantal rotte knollen in stresstest/klimaatkamer. Deze kenmerken verklaren volgens de projectgroep uiteindelijk maar een beperkt deel van de variatie in opkomst op consumptiepercelen. Consumptiepercelen met dezelfde pootgoedherkomst kunnen namelijk erg verschillen in opkomst.
Voorspellende toets voor opkomstproblemen
Met een toets kan de sector de kans op opkomstproblemen beter voorspellen, stellen de initiatiefnemers. Daarom willen de partijen in het derde jaar de focus leggen op het uitwerken van zo’n voorspellende toets voor de opkomstklachten.
Het Ketenproject Verbetering Pootgoedkwaliteit is in 2016 opgestart na problemen met de opkomst van aardappelen in met name het zuidwesten. In de eerste twee jaar zijn in elk jaar vijftig partijen gevolgd van pootgoedteler tot consumptieperceel. Hierbij is veel informatie over teelthandelingen, bewaring en dergelijke verzameld en geanalyseerd. Daarnaast werden telers in het eerste jaar opgeroepen opkomstproblemen te melden. Zo veel meldingen er in 2016 nog waren, zo weinig waren er echter in 2017.
Ook na het eerste jaar waren er nog geen concrete conclusies te trekken. Volgens Wim van de Ree van Nedato was er wel meer openheid ontstaan tussen pootgoedtelers en consumptieaardappeltelers. Dat was voor hem „misschien wel de belangrijkste winst na één jaar Ketenproject.”