Af-land pool Aviko Potato realiseert 220,42 euro per ton
Volgens de Aardappel Telers Commissie (ATC) is de uiteindelijke omvang van de Aviko-pool als gevolg van extreme droogte tijdens het groeiseizoen 25 procent kleiner uitgevallen. In de voor de pool belangrijke teeltregio’s Oost-Nederland en Noordoost-Nederland bleef de oogst ruim 20 procent achter op het gemiddelde. André Broeze, sinds juni de nieuwe voorzitter van ATC, is tevreden met het behaalde resultaat. „Ik denk dat we ons uiteindelijk niet hoeven te schamen voor die prijs.” Het feit dat de afland pool uit overtonnen bestaat en het een pool met voorverkoop betreft, heeft volgens Broeze in dit jaar met tegenvallende opbrengsten zeker meegespeeld bij het gerealiseerde resultaat. „Met alle berichten over tegenvallende oogsten die er in het begin van het seizoen waren, is het ons uiteindelijk toch nog meegevallen." De totale pool omvatte dit jaar een volume 18.000 ton, met Fontane (63 procent) als grootste ras.
Verkoopmogelijkheden beperkt
Door het overschot aan aardappelen dat vanuit het oogstjaar 2017 lang boven de markt is blijven hangen, was het volgens de ATC lastig om met goede voorverkopen een stevige basis onder de prijs te leggen. Tot eind juni noteerde de termijnmarkt op een niveau van 140 tot 160 euro per ton. Als gevolg van de aanhoudende droogte steeg dat niveau binnen twee weken tot 315 euro per ton. Ook waren de verkoopmogelijkheden af land tijdens de piekperiode in de dagmarkt vanwege de 25 procent kleinere omvang van de pool beperkt. Omdat bij de start van het seizoen bekend werd dat het EU-5 areaal ten opzichte van 2017 licht was gestegen en ook vanwege het grote aanbod van de oogst 2017 dat nog boven de markt hing, waren de verwachtingen voor de oogst 2018 volgens de telerscommissie gematigd.
Als gevolg van de droogte en doorwas zijn er volgens Aviko in de oogst van 2018 grote verschillen tussen de partijen aardappelen in kwaliteit, onderwatergewicht en maatsortering. Vanwege het lage aanbod is sprake van een opwaartse verschuiving van de grondstof. Hierdoor is de beschikbaarheid van aardappelen voor de droog- en zetmeelindustrie, mede vanwege de zeer beperkte beregeningsmogelijkheden in Noord-Nederland en Noord-Duitsland, nog lager dan voor de fritesindustrie.