Column: Column Frans Tijink: Pas op!
We hebben van 1959 tot en met 2002 een vergelingsziektewaarschuwingsdienst gehad. De laatste jaren ervan op bescheiden schaal. Daarvoor werden van mei tot half juli wekelijks luizen geteld op 200 percelen in Nederland, centraal verwerkt op het IRS en wanneer nodig omgezet in waarschuwingskaarten, toen nog per post verstuurd. Voor het herkennen van luizen zijn destijds veel cursussen verzorgd door het IRS.
Door het gebruik van neonicotinoïden in het pillenzaad werd deze waarschuwingsdienst overbodig. Nu we geen neonicotinoïden meer beschikbaar hebben voor suikerbieten krijgen we de vraag of de vergelingsziektewaarschuwingsdienst weer terug komt. Samen met Suiker Unie werken we aan een nieuwe vorm van monitoren en waarschuwen. Het wordt nog een hele opgave om dit in mei operationeel te hebben voor de groene perzikbladluis die vergelingsziekte kan overbrengen. Maar we gaan ervoor, ook voor het geven van workshops voor adviseurs om insecten te herkennen.
Uiteraard willen we een vergelijkbaar systeem voor bietenkevertjes en bietenvlieg voor de regio’s waar het risico het grootst is. Dat vraagt meer tijd aan voorbereiding dan voor vergelingsziekte. Ondertussen kunnen we er wel berichten over maken. Bij alle nieuwe systemen geldt hetzelfde als bij de verkeersborden: alleen daar waar het nodig is. En de gebruiker blijft zelf verantwoordelijk voor het verder opletten en handelen. Uiteraard ben ik heel benieuwd hoeveel last we krijgen van insecten na de tot nu toe zachte winter, want uit het verleden is bekend dat na zachte winters er veel vergelingsziekte kan optreden.
Tekst: Frans Tijink
Beeld: IRS