‘Wateropslag kan droogteschade in aardappelen voorkomen’
Dat waren enkele aanbevelingen van Peter Kooman, lector aardappelketen- en sectorinnovatie aan Aeres Hogeschool in Dronten. Hij was in Overloon gastspreker tijdens de eerste grensoverschrijdende agrarische ondernemersbijeenkomst van Dynamic Borders, een Euregionaal project.
Droogte en de gevolgen voor aardappelen stonden deze middag centraal. Doel was om te zien of Duitse en Nederlandse ondernemers bij dit thema van elkaar kunnen leren. Het treffen was de eerste van drie agrarische bijeenkomsten die Dynamic Borders – met telers uit 4 Nederlandse en 2 Duitse gemeenten - dit jaar organiseert.
Klimaatverandering
Kooman schetste het beeld dat er door de klimaatverandering vaker rekening moet worden gehouden met heftige buiten aan het begin en einde van het teeltseizoen, met tussendoor droogte. De lector van Aeres rekende voor dat een ‘efficiënt’ gewas aardappelen 8 kilo per kuub water produceert. Voor 50 ton is 6.250 kuub water nodig. Een ‘inefficiënt’ gewas daarentegen produceert slecht 4 kilo per kuub water. Om tot 50 ton opbrengst te komen is dat de dubbele hoeveelheid (12.500 kuub) water nodig. Hij maakte daarbij de kanttekening dat de plant onder droge omstandigheden zuiniger omspringt met water. „Echter, bij extreme droogte redt de plant het niet meer.”
Dat de aardappel tamelijk gevoelig is voor droogte heeft een viertal oorzaken: het relatief kleine wortelstelsel, de oppervlakkige beworteling, de teelt op ruggen (afstroming) en dun blad (veel verdamping). Van droogte tijdens de beginontwikkeling kan de plant zich volgens Kooman nog herstellen, maar als er te weinig vocht is tijdens de knolvulling zorgt dit voor (forse) derving. Droogte tijdens de (versnelde) afrijping is ook niet voordelig, maar de schade hangt af van het moment dat dit intreedt.
Kooman wees erop dat er tussen rassen een enorm verschil is in herstelvermogen. Ook de diepte van de beworteling en de vroegrijpheid zijn belangrijke factoren. Met beregening, zoals dat zeker in het teeltgebied rond Noord-Limburg veelvuldig is toegepast, is de schade beperkt gebleven. „Degene die deze zomer heeft kunnen beregenen en voor de vrije markt heeft geteeld, heeft een goede prijs gemaakt.” Dit ondanks de extra kosten voor het vaker inzetten van de beregeningsinstallatie.
Strategie
Indien kanonnen en haspels in Nederland in de ban gaan, zullen aardappeltelers daar op moeten inspelen. „In feite zijn er twee manieren”, aldus Kooman. De eerste is ervoor zorgen dat er tijdens de droogte voldoende water beschikbaar is, de tweede is het water efficiënter gebruiken. Bij dat laatste wees de docent op grootschalige proeven met druppelbevloeiing. Ook nieuwe teeltmethoden – bijvoorbeeld met verschillende gewassen op één akker - zouden kunnen bijdragen. Het zijn technieken die nog in de kinderschoenen staan.
Het land anders inrichten en water opslaan in natte tijden, daar zou op korte termijn al soelaas bieden. Kooman noemde meerdere opties, die momenteel ook in de praktijk worden getest. Telersgroepen, al dan niet samen met het waterschap, zouden reservoirs kunnen aanleggen. Een van de aanwezigen wees erop dat het wijs is om samen op te trekken met natuurorganisaties, omdat die tijdens droogte met dezelfde problematiek kampen.
Druk blijven uitoefenen
Eén droge zomer is géén droge zomer, zo luide vrij vertaald de stelling van Steffen Mies, de jurist en docent Landbouwwetgeving aan de Hogeschool Rijn-Waal. „Zolang we slechts met één catastrofaal jaar te maken hebben, zal alles verzanden. Krijgen we nog zo’n droog jaar, dan wordt het probleem verscherpt en wordt het een item.” Dan zal er in de politiek en organisaties een discussie losbranden over schadeloosstelling en verzekering. Europees recht op dit terrein bestaat er niet. „Er wordt wel eens over een verenigd Europa gesproken, maar het recht houdt steeds op bij de grens.” Bij gerechtelijke disputen in het grensgebied moet er zelfs altijd een Nederlandse en Duitse jurist aanwezig zijn.
Mies stelde dat Duitse akkerbouwers wel gewassen verzekeren, maar dat betreft tegen hagel (75 procent) en storm (25 procent). Verzekering tegen droogte vindt niet plaats. Om het probleem droogte in aardappelen in de toekomst te tackelen, moet er volgens hem verder worden gewerkt aan ‘biologische oplossingen’ (veredeling, water vasthouden). Op de korte termijn adviseerde hij de aanwezige akkerbouwers met klem om druk uit te blijven oefenen op de politiek en organisaties.
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Henny Lenkens