'Toets alleen de te poten rassen en klassen die vatbaarder zijn'
Pootgoedtelers nu zelf aan zet in de strijd tegen Erwinia
In het pilotproject Erwinia heeft de NAK onder meer gekeken naar het effect van het integraal toetsen van pootgoed op deze bacterieziekte: alle verhandelbare partijen in de klassen PB en S zijn in de jaren 2012 tot en met 2018 integraal getoetst, als aanvullend instrument op de veldkeuring. Toetsen blijkt een krachtig instrument om de risico’s op Erwinia te bepalen, zegt Jan Eggo Hommes van de NAK. „De toets heeft zich bewezen als een goed instrument om de schone partijen te selecteren waar een pootgoedteler mee verder wil.”
De pilotproef heeft echter niet geleid tot het ultieme doel: het opschonen van de aardappelkolom. Dit komt volgens Jan Eggo onder meer doordat er slechts in de Pb en S wordt getoetst en niet in de andere klassen. Voor komend seizoen kan de teler de toets inzetten daar waar dat nodig is. Met name in die rassen die gevoelig zijn voor Erwinia is de toets van toegevoegde waarde in alle klassen.
Geen toets voor rasgevoeligheid
En daar zit gelijk het grote knelpunt in het Erwinia-onderzoek. „We weten nog te weinig over rasgevoeligheid. Ja, door onze ervaringen van de afgelopen jaren in het veld hebben wij een aardig beeld daarover, maar officieel is er nog weinig over bekend.” Telers zouden voordeel hebben bij deze kennis, meent hij.
Een goede toets voor rasgevoeligheid is er nog niet. En dat is jammer, vindt Hommes. „Bij aardappelmoeheid hebben we een heel mooie methode om te bepalen of een ras tolerant is of niet. Voor Erwinia is die er gewoon nog niet.” En daardoor is het lastig om betrouwbare informatie te geven over rasgevoeligheid. „Wij kunnen daar wel de informatie uit de veldkeuring voor gebruiken. Maar zeggen deze cijfers iets over het ras, of over de teler, of het groeiseizoen?”
Per monster 35 euro
Hommes verwacht dat pootgoedtelers wel gebruik gaan maken van de vrijwillige toets, ondanks recente minder goede ervaringen hiermee: in de afgelopen maanden riep de NAK telers op hun pootgoed voor eigen gebruik dit jaar wel (vrijwillig) te laten onderzoeken op virus. Het aantal telers dat aan deze oproep gehoor heeft gegeven, bleef aanvankelijk beperkt. „In de pilot waren er telers die ook andere klassen lieten toetsen op Erwinia. En ik hoor geluiden dat telers de kostprijs geen drempel vinden.” De toets kost 35 euro per monster als dit wordt gecombineerd met de toetsing op onder meer bruin- en ringrot. Kiest een teler er voor om het Erwinia-onderzoek apart te laten doen, dan zijn de kosten veel hoger.
Brasiliense
En dan is er nog de onzekere factor Brasiliense, deze variant komt sinds 2014 voor in de Nederlandse pootgoedkolom. En niet zo’n beetje ook: sinds die tijd is 50 tot 70 procent van de partijen besmet met Brasiliense. Daar wordt nu in het komende onderzoek vol op ingezet. Onderzoeksvragen zijn onder meer: welke isolaten zorgen voor problemen in het veld en hoe verspreidt deze bacterie zich. „Het lijkt erop dat niet elk isolaat van Brasiliense leidt tot problemen in het veld. Als we weten welke dat zijn, kunnen we die uit de toets halen. En dan zouden de toetsuitslagen er wel eens heel anders uit kunnen zien.”