‘Aardappelen uit zaad geen bedreiging voor Nederlandse pootgoedteelt’
Pootgoedtelers hoeven niet bang te zijn dat de ontwikkeling van aardappelen uit zaad hun markt opeet, stelde Backx. „Als een afnemer kan kiezen tussen aardappelen uit zaad of Nederlands pootgoed zal hij zeker kiezen voor het laatste.” Dit heeft met name te maken met het feit dat uit een aardappel veel sneller een robuuste plant is te telen. Hij voorziet dan ook nog geen verkleining van het areaal pootgoed als gevolg van een mogelijke opkomst van aardappelen uit zaad.
Ook zijn collega Van Hoogen is nog sceptisch over een snelle opmars van de zaadteelt. „Wij hebben al dertig jaar een dipolïde teeltprogramma lopen, maar we halen hiermee niet de opbrengstniveaus van de pootaardappelen. Dat gaat heel langzaam.”
Deze nieuwe techniek is meer een optie voor markten waar de traditionele poter nog niet komt, stellen beiden. Want, zeggen ze, er is nog voldoende ruimte op deze wereldmarkt voor andere spelers. Nederland mag dan een grote speler zijn op de exportmarkt van pootaardappelen, toch is ons land nog maar goed voor circa 3 procent van de totale behoefte aan pootgoed.
Groeikansen voor aardappel
Allebei zien zij groeikansen voor de aardappel. Het areaal groeit wereldwijd nog steeds en de aardappel is het vierde gewas. „We zien overzee nog veel vraag naar pootgoed.” Landen willen graag (meer) zelfvoorzienend worden als het om uitgangsmateriaal gaat en beschikken over steeds meer kennis en techniek. Zal dit gevolgen hebben voor de eisen die landen stellen aan de geleverde kwaliteit of pootgoedklasse? „Algerije roept wel dat ze het zelf willen gaan doen, maar dat roept het land al langer. Pootgoed uit Nederland blijft belangrijk voor deze landen”, aldus Van Hoogen.
Bij hybride veredeling worden zuivere vaderlijnen en zuivere moederlijnen met elkaar gekruist, waardoor er minder kans is dat verkeerde eigenschappen mee kruisen. Agrico ziet vooralsnog geen heil in deze manier van aardappelen telen. „Wij investeren hier niet in en dat gaan we ook niet doen.” Bij HZPC is dat anders, daar wordt ieder jaar een paar miljoen euro geïnvesteerd in deze technieken. „Als je goed kunt werken met hybride technieken kun je veel sneller vooruitgang boeken, veel sneller nieuwe rassen kweken.”