Paul Struik (WUR): Weten wat de knol ‘weet’

Paul Struik roept het al jaren: de aardappelsector heeft veel te weinig aandacht voor de fysiologische kant van de aardappel. Gewassen blijven na de loofdoding soms lang in de grond zitten, uiteenlopende partijen worden bij dezelfde temperatuur bewaard en na het afleveren van de pootaardappelen heeft niemand meer zicht op de voorgeschiedenis van een partij. Totdat iemand zich meldt met een opkomstprobleem.
Warmer bewaren
„Er is onvoldoende afstemming”, stelt Struik. „Uitgangsmateriaal gaat direct uit de koeling de grond in. Of staat eerst dagenlang op een warme kade in Afrika, waardoor ziektes de kop opsteken. Dat moet je voorkomen. Dat kan deels door de juiste partij bij de juiste bestemming te zoeken. Ook kun je partijen afstemmen op het teeltdoel. Wie bijvoorbeeld wil dat een plant zoveel mogelijk knollen maakt, kan beter wat ouder pootgoed gebruiken. Dat betekent soms wat warmer bewaren. Maar die informatie ontbreekt nu.”
Lees het hele interview met Paul Struik in vakblad Akkerwijzer dat vrijdag 19 april is verschenen. Klik hier voor het aanvragen van een gratis proefnummer.
Tekst: Agrio
Beeld: Agrio