Onderzoek effect gewasbescherming op omgeving slechts het begin
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) maakte deze conclusies in kader van het Onderzoek Bestrijdingsmiddelen Omwonenden (OBO) donderdagavond in aanwezigheid van boeren en bezorgde burgers in Akersloot bekend. Het onderzoekinstituut deed in samenwerking met andere partijen onderzoek naar de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen via de lucht en de bodem. De belangrijkste reden van dit onderzoek was dat in Nederland nog nauwelijks onderzoek is verricht naar het effect van bestrijdingsmiddelen op de gezondheid van omwonenden van agrarische percelen. De Gezondheidsraad adviseerde om te beginnen met een blootstellingsonderzoek en daarna op basis van de uitkomsten verder te kijken naar gezondheidseffecten. Een onderzoek dat volgens programmaleider Mark Montforts heel zorgvuldig is uitgevoerd.
Kennisplatform opzetten
Montforts geeft aan dat het blootstellingsonderzoek veel nieuwe vragen oproept. Daarom is een van de adviezen die voortkomen uit het onderzoek, het opzetten van een kennisplatform. Hier moeten vragen en de kennis samengebracht worden en daarmee moet de verbinding gemaakt worden. Mark Montforts: „Als niemand de vraag stelt dan weet je niet dat iemand ergens mee zit. Zo geef je de gelegenheid voor vragen voor alle partijen.” De taak van het platform zal zijn om goed sturing geven aan de vragen en kijken welke antwoorden het beste resultaat geven.
Blootstelling omwonenden
De onderzoekers zochten tijdens het onderzoek vooral naar de concentraties middelen in de leefomgeving, naar de persoonlijke blootstelling van de omwonenden en via welke bronnen en routes de middelen zich verspreiden. Er zijn experimenten met het spuiten van middelen gedaan met daarbij aanvullende metingen. Er is gemeten, wat komt er op de grond, maar ook wat komt er in de lucht. Is er verdamping? De hamvraag van het hele onderzoek is mogelijke blootstelling voor omwonenden. Een verwachte uitslag is een hogere concentratie van middelen rondom het veld waar gespoten is. Verspreiding van de middelen komt door verdamping vanaf het veld na bespuiting en insleep via schoenen en kleding. De wetenschap ziet hier wel verschil in de verspreiding van de verschillende middelen.
Waarschijnlijkheid op overschrijding
Het onderzoek geeft volgens RIVM hele goede bouwstenen om te komen tot modellen om blootstelling te kunnen berekenen. Erik van den Berg, onderzoeker naar gedrag van bestrijdingsmiddelen in het milieu bij WUR: „We kunnen nu een schatting maken van de mate van vervluchtiging, afhankelijk van de middeleigenschappen en de weersomstandigheden. Zo kun je de waarschijnlijkheid op overschrijding van de concentratie in lucht nabij het behandelde veld uitrekenen.” Dat is de grootste winst en daar willen de onderzoekers mee verder, zo gaven zij aan tijdens de bijeenkomst.
Tekst: Co Schipper
Beeld: Ruud Jacobs