Nieuwe stammen en weersomstandigheden zorgen voor toenemende gele roest druk in tarwe

Dit jaar kampen opvallend veel tarwerassen met gele roest. Het is dan ook een belangrijk gespreksonderwerp deze week tijdens de rondleiding langs de akkerbouwproefvelden op de proefboerderij PIBO-Campus in het Belgisch Limburgse Tongeren. „Vooral oudere tarwerassen blijken gevoeliger voor gele roest” ervaart Jolien Bode van PIBO-Campus. Als oorzaak wijst Bode naar de opkomst van nieuwe stammen van gele roest. „Oudere tarwerassen blijken hier minder tegen bestand dan nieuwere rassen”, aldus Bode tijdens de rondleidingen. Als voorbeeld wijst ze naar het in België al jaren populaire ras Sahara. „Op de onbehandelde perceelsdelen heeft dit ras volop last van gele roest terwijl op de behandelde delen de gele roest ook nog duidelijk zichtbaar aanwezig is. Op de proefvelden in Tongeren blijken ook rassen als LG Mocca, Amboise en RGT Sacramento opvallend vatbaar voor gele roest. Daarentegen scoren de (nieuwe) rassen SY 0529-5, KWS Extase, Safari, SY Loki, WPB Calgary en Graham allemaal een 9 op het vlak van resistentie tegen gele roest.
Weersomstandigheden
Ook Syngenta ervaart de opkomst van gele roest in tarwe. Voor dit jaar wijst ze op ideale weersomstandigheden voor de verspreiding van de schimmel. Gele roest overwintert op opslagplanten en kan zich al bij vrij lage temperaturen ontwikkelen. Infectie kan al plaatsvinden bij 3 ⁰C bij een bladnatperiode van 3 tot 8 uur. De incubatietijd met circa 7 tot 10 dagen is vrij kort. De verspreiding is optimaal bij temperaturen tussen 10 en 15 ⁰C. Dit is het weer dat we in de afgelopen tijd hebben gehad. Volgens Syngenta verklaart dit de huidige grote roestdruk. Syngenta wijst echter ook op de opkomst van nieuwe vormen van gele roest. Sinds 2012 is er sprake van nieuwe en agressievere fysio’s van gele roest: de Warrior-Kranich fysio’s.
Te late bespuiting
Boeren klagen dat ondanks een bespuiting van de tarwe het gewas toch geel wordt. De verklaring hiervoor is volgens Syngenta het feit als bijvoorbeeld vijf dagen na een infectie wordt gespoten, aan het gewas nog niets is te zien. Binnen in het blad is echter sprake van myceliumgroei (schimmelweefsel). Het toegepaste middel doodt het mycelium in het blad nog wel en er vormen zich geen sporenhoopjes op het blad. Maar door de myceliumgroei is het blad binnenin al fors beschadigd. Hierdoor sterft het bladweefsel af en verkleurt het blad alsnog geel. Daarnaast is gele roest een windverspreider, sporen worden door de wind verspreid en kunnen op onbeschermd blad steeds weer nieuwe infecties veroorzaken. Het preventief inzetten van bestrijdingsmiddelen is volgens Syngenta de beste strategie om gele roest te bestrijden. Bij ideale omstandigheden voor gele roest, zoals dit voorjaar, blijken twee bespuitingen niet altijd voldoende om het gewas schoon te houden.