Lage cijfers in eerste veldkeuring gebaseerd op oriënterende ronde

Tijdens de eerste veldkeuring zijn de keurmeesters vooral gericht op formele zaken: zijn de scheidingen tussen percelen goed aangegeven, worden de protocollen nageleefd, etc. Uiteraard wordt er gekeken naar de gewassen, maar dat heeft in deze eerste ronde nog niet de prioriteit. Dat is dan ook af te lezen in de tussenstand van de veldkeuring: het verlagingspercentage blijft nog ver achter bij de twee voorgaande jaren. Het verlagingspercentage staat op 0,3 procent, tegen 2,6 procent vorig jaar in dezelfde periode.

Dat beeld kan volgende week wel eens heel anders zijn, zegt Hommes. Vanaf 20 juni wordt er echt gekeurd op de aanwezigheid van virus. „De situatie rond de aanwezigheid van bladluizen is zeer zorgelijk. En dat gaan we terugzien in de veldkeuring.” Hij verwacht dan ook dat de lijn voor het verlagingspercentage (zie de grafiek onder dit artikel) vanaf volgende week steiler omhoog zal lopen.

Erwinia

Of de lijn dan ook al boven die van de voorgaande jaren uit gaat komen, is afhankelijk van het weer. In de afgelopen jaren was Erwinia namelijk verantwoordelijk voor het grootste deel van de verlagingspercentages. Op dat gebied is het tot nu toe heel rustig: er wordt nog niet veel bacterieziek gevonden, met name als gevolg van goed pootgoed en gunstige weersomstandigheden. Als het weer omslaat, kan dat beeld snel veranderen. Maar zo lang het qua Erwinia rustig blijft, zal het verlagingspercentage niet boven dat van de afgelopen jaren uitkomen, is de verwachting.

De NAK blijft bij de telers aandringen op een stevige selectie vanwege de hoge luizendruk. „We hebben vorige week ons luizenoverzicht naar alle pootgoedtelers gestuurd om hen nogmaals duidelijk te maken hoe ernstig de situatie is.”