Gevolgen verbod op neonicotinoïden worden zichtbaar: vergelingsziekte in het zuidwesten

Het gaat vooralsnog om kleine haarden en Cosun hoopt dan ook dat de uitbreiding beperkt blijft. Diverse vergelingsvirussen (BMYV, BChV en BYV) veroorzaken vergelingsziekte en worden overgebracht door groene perzikluizen. De luizendruk is momenteel laag: volgens de agrarische dienst van Cosun worden nagenoeg geen groene perzikluizen meer gevonden in de percelen.
Schadebeeld lijkt op magnesiumgebrek
Aangetaste planten worden aanvankelijk lichter van kleur, om vervolgens geel te kleuren. Het schadebeeld lijkt dan volgens het IRS sterk op magnesiumgebrek. Het verschil is dat bij vergelingsziekte de aangetaste bladeren dikker en brozer zijn en leerachtig aanvoelen. Bij planten die zijn aangetast door vergelingsziekte kleuren alleen die bladeren geel die jonger zijn dan het blad waarop de infectie heeft plaatsgevonden. Zo is terug te herleiden wanneer de infectie heeft plaatsgevonden. Bijvoorbeeld: de oudste zes bladeren zijn groen, maar zijn het zevenblad blad en de jongere bladeren zijn geel, dan heeft de infectie plaatsgevonden in het zevende blad-stadium.
Vergelingsvirussen zijn nog volop aanwezig in Nederland, ondanks het feit dat bietentelers circa 25 jaar met neonicotinoïden behandeld zaad hebben gebruikt, zo bleek eerder uit monitoring van het IRS. In september vorig jaar heeft het IRS bemonsterd op 90 percelen waarop standaardpillenzaad was gezaaid. Op 43 procent van de onderzochte percelen is vergelingsziekte aangetroffen. Het virus BMYV is vooral aangetroffen op percelen in het Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, de variant BChV werd met name gevonden in het zuidwesten, maar ook op enkele percelen in Groningen, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg. Het virus BYV is gevonden in Limburgse bieten. BtMV (bietenmozaïekvirus) veroorzaakt zelden opbrengstderving van betekenis in Nederland.
Met het verbod op de neonicotinoïden sinds dit teeltseizoen is de dreiging van vergelingsziekte weer flink toegenomen. Goede alternatieven voor de aanpak van de groene perzikluis, de overbrengers van vergelingsvirussen, zijn er onvoldoende. Een blad dat is aangetast door het virus laat pas na twee tot negen weken - afhankelijk van de temperatuur - de symptomen zien.
Luizen blijven tellen
Aangetaste planten trekken meer bladluizen aan dan planten zonder het virus. Bijkomend probleem is dat bladluizen zich sneller vermeerderen op planten met vergelingsziekte. Cosun adviseert telers daarom om bij het tellen van bladluizen in de percelen ook planten te kiezen met vergelingsziekte. Met de toegelaten chemische middelen kunnen telers geen infecties voorkomen, maar wel de verspreiding in het veld afremmen.