NAK: Bij start nacontrole al 41 procent in klasse verlaagd

Een exacte oorzaak voor dit ongekend hoge percentage is niet direct aan te wijzen, maar zeer waarschijnlijk zijn de hoge luizendruk en de virussituatie in het veld tijdens het groeiseizoen de boosdoener. Het verlagingspercentage is redelijk gelijk verdeeld over het land, alleen in de regio’s zuidwest en oost wordt procentueel iets meer verlaagd.

De problemen in de nacontrole worden jaar op jaar groter. Vorig jaar stond de teller aan het eind van de nacontrole op 25 procent, het jaar daarvoor was dat 17 procent. In 2017 waren de resultaten (7,8 procent) aanzienlijk beter. Het is voor het zuidwesten het derde jaar op rij dat er zoveel in de nacontrole in klasse wordt verlaagd, in de andere regio’s is het het tweede jaar.

Met samengeknepen billen

Jan Eggo Hommes van de NAK zegt „met samengeknepen billen” de eerste uitslagen van de nacontrole te hebben afgewacht. „De angst die we hadden, wordt nu werkelijkheid.”

Die angst begon al vorig jaar, toen de luizendruk ook hoog was en de NAK telers wees op het belang van vrijwillig onderzoek van het pootgoed voor eigen gebruik. Het is volgens Hommes belangrijk dat telers weten welke kwaliteit ze in de grond stoppen. Schoon uitgangsmateriaal is de basis voor een virusvrije teelt. Vervolgens is in het afgelopen voorjaar gewaarschuwd voor vroege luizenvluchten. „Ik denk dat veel telers doordrongen waren van de risico's. Maar waarom is het dan toch weer niet gelukt”, vraagt hij zich af.

In de veldkeuring is 15 procent van het areaal pootgoed in klasse verlaagd. Opvallend dit jaar was het hoge percentage verlaging als gevolg van virus: 36 procent van het totaal. „Dat gaf al wel aan dat er iets aan de hand was.”

Niet alle viruszieke planten zichtbaar

Volgens Hommes is er goed geselecteerd. Het probleem is volgens hem onder meer dat ‘slechts’ 60 tot 70 procent van de viruszieke planten te zien is in het veld. „De rest haal je er dus niet uit tijdens de selectie. En als er dan ook nog volop luizen zijn…

De NAK heeft tot nu toe de uitslagen binnen van 1.327 hectare (4 procent) van het te onderzoeken areaal pootgoed. Hoe de overige 96 procent er uit gaat zien, is afwachten. „Het verlagingspercentage kan wellicht nog iets zakken. Maar ik ben bang dat het wel boven 30 procent zal blijven, gezien onze ervaringen van de laatste jaren.”