Areaal sorghum groeit in de EU met 19 procent

De interesse voor het oude graansoort sorghum groeit fors in Europa. Voor het tweede opeenvolgende jaar neemt het areaal toe: dit jaar met circa 19 procent van 218.000 hectare in 2018 naar 260.000 hectare dit jaar. Het areaal voor de korrel bedraagt dit jaar circa 174.000 hectare, tegen 146.000 hectare (+19 procent) in 2018. De teelt van het gewas om in te kuilven bedraagt nu ruim 86.000 hectare tegen 72.000 hectare (+18 procent) in het afgelopen jaar.
Droogte
De droogte eind 2018/begin 2019 heeft de groei mogelijk een extra boost gegeven. De droogte kon voor telers aanleiding zijn om in plaats van koolzaad of tarwe sorghum te zaaien. Vooral boeren in Frankrijk maakten deze keuze. Daar groeide het sorghumareaal als graanteelt met 14 procent en voor het gebruik als kuilvoer met 20 procent. Frankrijk versterkt daarmee haar koppositie in Europa als sorghumland. In Roemenië groeide het areaal met 19 procent, in Hongarije verdubbelde het areaal. In Oostenrijk groeide het areaal met 30 procent. Buiten de EU, bijvoorbeeld in Oekraïne nam het areaal sorghum met ruim 25 procent toe tot 54.000 ha. In Rusland is waarschijnlijk sprake van een gelijke trend. Opvallend is ook de groei in Iran. Daar groeide het areaal met 40 procent ten opzichte van 2018 tot 65.000 hectare. Over de opbrengsten zijn nog geen betrouwbare cijfers beschikbaar. De weersomstandigheden in Midden- en Oost-Europa beloven echter goede opbrengsten. Dit in combinatie met het rassenaanbod zorgen ervoor dat sorghum een winstgevend gewas is.
Diepwortelend gewas
Sorghum is een zeer oud graan dat al ongeveer 8.000 jaren wordt geteeld. De meeste soorten sorghum vinden hun oorsprong in Australië. Van de andere soorten werden resten gevonden in onder meer Afrika en Azië. Vandaag de dag wordt sorghum vooral geteeld in warmere gebieden in het zuiden van de Verenigde Staten en Afrika. Sorghum wortelt diep en intensief en heeft een groot contactoppervlak met de bodem. Daardoor kan het veel nutriënten opnemen en benutten voor de ontwikkeling van bovengrondse massa. De wortels van sorghum zijn in staat om verdichte lagen in de grond te doorwortelen en daardoor bodemverdichting op te heffen. Wanneer sorghum te maken krijgt met aanhoudende droogte stelt de plant haar bloeifase uit waardoor er geen stress in de plant optreedt tijdens de bloei. Het uitstellen van de bloei heeft weinig tot geen nadelige gevolgen voor het gewas en de uiteindelijke opbrengst.
Maïs
Hét grote voordeel van sorghum is het diep en intensief wortelt. Waar maïs met de fijnere wortels zo’n 60 tot 80 centimeter diep komt, haalt sorghum de twee meter. Het wortelstelsel is bovendien veel fijner en intenser en dat heeft een positieve invloed op de bodemstructuur. Door de achterblijvende wortels wordt bovendien meer CO2 in de bodem opgeslagen. Met het oog op de kwaliteit van de bodem heeft sorghum nog een pluspunt: het benut stikstof beter dan mais. Kasper: Maïs neemt niet alle toegediende stikstof op, waardoor het als nitraat uitspoelt in de bodem. Sorghum laat in vergelijking met mais in het tweede deel van het groeiseizoen niet of nauwelijks nitraat achter. Met name de waterschappen zijn vanwege deze eigenschap zeer geïnteresseerd in sorghum. Verder heeft sorghum minder last van ziektes dan maïs en kan met een kwart minder water toe.