NEPG schat aardappeloogst 2019 iets boven vijfjaarsgemiddelde

Dit jaar zal de toename van de totale oogst niet worden gerealiseerd door opbrengst, maar door het vergroten van de oppervlakte. Alle NEPG-landen hebben, met uitzondering van Groot-Brittannië, een groter areaal, met in het bijzonder een opmerkelijke stijging in Frankrijk van 14 procent in vergelijking met het vijfjaarsgemiddelde. De gemiddelde opbrengst voor de vijf landen wordt momenteel geschat op 44,7 t/ha, vergeleken met 47,1 t/ha van het vijfjaarsgemiddelde. Bedenk dat vorig jaar, met de droogte, de opbrengst slechts 40,9 t/ha bedroeg.
Hoge heterogeniteit
Met een lage ontwikkeling van irrigatie (en ook een beetje minder regen), worden de opbrengsten nu in België als de laagste geschat. In Frankrijk, België en veel delen van Duitsland zijn de planten op retour en zal het groeipotentieel in de komende dagen of weken beperkt zijn. De laatste monsters hebben ook een zekere nivellering van opbrengsten aangetoond. In Nederland, Groot-Brittannië en delen van Duitsland is het nog steeds mogelijk om zeer groene percelen te vinden. Opmerkelijk is dat in alle landen zeer grote opbrengstverschillen worden waargenomen. Gebieden met het laagste irrigatiepotentieel hebben de laagste opbrengsten. In Groot-Brittannië is de oogst meestal relatief laat en daarom is het voor dit land de gemiddelde opbrengst van vijf jaar aangehouden. Ten slotte vertonen zetmeelaardappelen dit jaar lagere opbrengsten.
De marktcontext
Deze schattingen worden niet noodzakelijk weerspiegeld in de prijzen die momenteel worden weergegeven. De NEPG is van mening dat de prijzen de komende weken kunnen stijgen, voor de vier continentale landen van NEPG. De fabrieken hadden vroeg in het seizoen grondstof nodig. Het seizoen begon tegen een achtergrond van nul aardappelvoorraden eerder dan normaal. En de verwerkingscapaciteit van industrieën blijft toenemen. Op een bepaald moment werd de campagne enigszins verstoord door het gelijktijdige aanbod van vroege aardappelen uit het Rijnland en België, wat niet bijdroeg aan de versterking van de prijzen. Het concurrentievermogen van eindproducten van herkomst uit de EU-4 zal dit jaar beter zijn op de wereldmarkt, met prijzen voor aardappelen lager dan vorig jaar, Aadus de NEPG.
Oost-Europese landen melden aanzienlijk lagere rendementen. Het satellietprogramma van de EU, MARS, rapporteert een daling van ten minste 5-10 procent (vergeleken met het vijfjaarlijkse gemiddelde) in Polen en verschillende andere Oost-Europese landen. NEPG-landen exporteren al aardappelen naar Polen en Roemenië. MARS (in haar augustusrapport) rapporteerde voor de 28 EU-landen dat de gemiddelde opbrengst 3,1 proecnt lager was dan het vijfjaarsgemiddelde.

