Ctgb: Driekwart van aangevraagde toepassingen van middelen toegelaten
Het college nam vorig jaar 117 besluiten over aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen en 69 voor biociden. Deze besluiten gaan over meerdere toepassingen van een middel. In 23 procent (gewasbeschermingsmiddelen) en 6 procent (biociden) van de aanvragen heeft het Ctgb de aanvragen afgewezen of werden de aanvragen door de aanvrager teruggetrokken met het oog op risico’s die het collega had geconstateerd. Bij 69 procent (gewasbeschermingsmiddelen) en 33 procent (biociden) zijn voor het besluit nog voorschriften aangescherpt, zodat consumenten en ook telers erop kunnen vertrouwen dat middelen die ze kopen en gebruiken veilig zijn.
Risicobeoordeling
Gewasbeschermingsmiddelen en biociden mogen in Nederland en Europa alleen worden verkocht als de producent kan aantonen dat ze veilig zijn bij gebruik volgens voorschrift. Dat wordt in Nederland beoordeeld door het Ctgb. Hiervoor voert het college per aanvraag een risicobeoordeling uit, waarbij wordt gekeken naar effecten op de mens, op dieren en op het milieu, en of het middel werkt, aldus het college.
Bij overschrijding van één of meerdere normen worden gewasbeschermingsmiddelen en biociden afgewezen of in toepassing beperkt. In 2019 zijn bijvoorbeeld middelen afgewezen omdat bodemorganismen zich niet binnen één groeiseizoen kunnen herstellen, of omdat de norm voor de inname van drinkwater wordt overschreden, melt het Ctgb.
In totaal zijn in Nederland 1.024 gewasbeschermingsmiddelen toegelaten. Het aantal toegelaten biociden is 1.700.