Agrarische exportwaarde stijgt boven de 104 miljard

Met een exportwaarde van 104,4 miljard euro komt de totale export van landbouw- en landbouwgerelateerde goederen voor het eerst boven de 100 miljard euro uit. Duitsland, België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zijn samen goed voor een exportaandeel van 47 procent binnen de landbouwgerelateerde goederen in 2019. De vier Europese landen importeren vooral meststoffen en landbouwmachines, de Verenigde Staten vooral landbouwmachines en machines voor de voedingsmiddelenindustrie.

Verse groenten

Van de groente-export komt meer dan 80 procent van Nederlandse tuinders. Nederlandse groenten zijn geliefd in het buitenland. Hierdoor steeg de uitvoerwaarde van verse groenten in 2019 met circa 11 procent naar 7,2 miljard euro. Dit betreft met name tomaten, paprika’s, uien, komkommers, aardappelen en uien.

De eerste plaats, met 9,5 miljard euro, van de hoogste exportwaarde van alle landbouwgoederen in 2019 komt voor rekening van de sierteelt, zoals bloemen, planten, bloembollen en boomkwekerijproducten. Met in totaal 8,8 miljard euro staat de vleesexport op een tweede plaats. Zuivel en eieren bekleden met 8,6 miljard een derde plaats, de exportwaarde van groenten bedroeg 7,3 miljard euro, fruit 6,2 miljard euro en dranken 5,8 miljard euro. De exportwaarde van landbouwgerelateerde goederen (zoals landbouwmachines en meststoffen) steeg in 2019 met 8,3 procent naar een record van 9,9 miljard euro.

Stijgende prijzen

In een toelichting stelt het CBS dat prijsontwikkelingen een belangrijke rol spelen bij de waardegroei van de uitvoer. Circa twee derde deel van de exportgroei komt door prijsstijgingen en circa een derde deel door volumegroei. Bij de invoer zijn prijs en volume elk verantwoordelijk voor circa de helft van de waardegroei.

Het landbouwhandelsoverschot is met 30,5 miljard verantwoordelijk voor bijna 55 procent van het totale Nederlandse goederenhandelsoverschot. De import van landbouwgoederen groeide met 3,7 procent en komt voor 2019 uit op circa 64,1 miljard euro. Met 30,5 miljard euro stijgt het landbouwhandelsoverschot voor het eerst boven de 30 miljard euro uit.

Exportlanden

Ook in 2019 was Duitsland onze grootste landbouwhandelspartner. Voor 23,6 miljard euro (25 procent) gingen agrarische producten naar onze Oosterburen, gevolgd door België (11 procent), Verenigd Koninkrijk (9 procent), Frankrijk (8 procent) en Italië (4 procent). De export naar Duitsland (+4 procent) en België (+5 procent) groeide harder dan de export naar het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk (beide +1 procent). Met betrekking tot groenten is Duitsland voor slechts circa 40 procent zelfvoorzienend. De grootste stijging in de top tien betreft de export naar China (+22 procent). Naast de vraag naar Nederlands varkensvlees steeg daar onder meer ook de vraag naar Nederlands babymelkpoeder.