Licht verbeterde liquiditeit akkerbouwbedrijven in 2019

In 2018 verbeterde de kaspositie van de Nederlandse akkerbouwbedrijven over het gehele jaar met in totaal 16.000 euro. Ook in 2019 verbeterde de kaspositie met gemiddeld 7.000 euro. Op 31 december 2019 bedroeg het gemiddeld saldo op de rekening-courant 46.500 euro. Dit is gemiddeld 80 euro/ha. Volgens ABN-Amro wordt de toename van de kaspositie in het vierde kwartaal voornamelijk veroorzaakt doordat een deel van de vrije producten eerder is verkocht vanwege de schaarste en hogere prijzen. Daarnaast werden de betalingsrechten van RVO in december bijgeschreven.
Droogte
Wat ook in 2019 een rol speelt ten opzichte van 2018 is de droogte. Zo is de waterbeschikbaarheid in een groot aantal teeltgebieden redelijk hersteld. Dit is terug te zien in gemiddeld hogere opbrengsten. Tot ver in december werd nog gerooid.
Investeringen
De gemiddeld genomen hogere inkomens van oogstjaar 2018 zorgde voor meer ruimte in 2019 te investeren. Door deze investeringen namen de uitgaven toe. Daarbij signaleert ABN-Amro wel grote regionale verschillen die vooral zijn terug te voeren op verschillen in de grondsoort, de waterhuishouding, verzilting en beregeningsmogelijkheden.
Toekomst
In haar liquiditeitsprognose voor de akkerbouw houdt de bank een slag om de arm. Hoewel de marktprijzen op een lager niveau liggen begin 2020, heeft dit voor een groot gedeelte slechts een beperkte invloed op de totale omzet. Voor veel akkerbouwbedrijven vormen de aardappelen het belangrijkste gewas. Hiervan is een gedeelte traditioneel via een contract ingedekt. De liquiditeitspositie kan dit eerste kwartaal wel verbeteren door de verkoop van voorraden.
Ongewis
De internationale aardappelmarkt is momenteel wispelturig. Door de productietoename en geopolitieke ontwikkelingen, zoals handelsconflicten en het coronavirus, is de prijsvorming van (friet)aardappelen moeilijk in te schatten. Daarbij verwijst de bank ook naar de toename van aardappelareaal in de belangrijkste teeltlanden met 9 procent in de afgelopen vijf jaar. Daarnaast kunnen kosten verhogende aspecten zoals hogere bewaarkosten door wegval van kiemingsremmers en hogere duurzaamheidseisen niet altijd worden doorberekend.