Overeenkomst moet angel uit discussie rond Drentse bollenteelt halen

De discussie over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in met name de teelt van lelies is in de gemeente Westerveld al jaren voer voor discussie. Kort gezegd komt het er op neer dat een groep bewoners en de bollentelers het niet met elkaar eens zijn over de vermeende gevaren van het middelengebruik in de nabijheid van woningen.

Een groep burgers maakt zich zorgen over hun gezondheid door het in hun ogen vele gebruik van chemie in de bollenteelt. Deze mensen, verenigd in de werkgroep Meten = Weten, hebben zelf onderzoeken laten uitvoeren naar de risico’s. De telers zeggen de gevoelens van de burgers te begrijpen, maar maken zich geen zorgen over de gezondheid. Ze gebruiken immers gewasbeschermingsmiddelen die officieel zijn gecontroleerd en toegelaten.

Convenant Hardenberg als voorbeeld

Om de onderlinge verhoudingen te verbeteren, heeft de gemeente besloten een overeenkomst op te stellen waaraan alle ondertekenaars zich dienen te houden. Als voorbeeld voor het contract diende het convenant dat al sinds 2014 loopt in de gemeente Hardenberg. Dit Overijsselse convenant heeft zijn waarde bewezen en daarom hebben de partijen het convenant voor een nieuwe periode ondertekend. De telers die het convenant hebben ondertekend, hebben zich aan de afspraken gehouden: Omwonenden van percelen waarop bloembollen worden geteeld zijn geïnformeerd, de afgesproken teeltvrije zones zijn in acht genomen en de telers zijn aanspreekbaar op hun gedrag.

De Drentse overeenkomst wordt vandaag ondertekend door onder meer de gemeente Westerveld en de negen bollentelers die hun gewassen telen op grond die binnen de gemeente valt. Daarnaast is een aantal niet georganiseerde inwoners, toeleveranciers/adviseurs (Agrifirm, WPA-Robertus en de CAV-Agrotheek), LTO en de bollentelersvereniging KAVB betrokken geweest bij het opstellen van de overeenkomst. Elke partij die de overeenkomst onderschrijft, houdt zich aan verschillende afspraken op gebied van respect, integriteit, professionaliteit, veiligheid, gedrag, openheid, innovatie en vragen.

Voor de meeste lelietelers zal het weinig nieuws onder de zon zijn. Zij zijn zich bewust van het vergrootglas dat al jaren op hun sector ligt en daarom proberen ze alles in het werk te stellen om angsten van burgers weg te nemen. In de overeenkomst wordt de telers gevraagd netjes te werken, rekening te houden met de omgeving en de natuur (driftreductie) en openheid te geven over hun bedrijfsvoering.

Spuitvrije zone van 20 meter

De enige echt concrete maatregel is het aanhouden van een spuitvrije zone van 20 meter vanaf de gevel van een woning, kinderdagverblijf, verzorgingshuis, scholen en recreatieterreinen. Omdat uit gesprekken met de omgeving is gebleken dat de burgers waarde hechten aan een dergelijke zone zijn de telers bereid bij de perceelindeling rekening te houden met plaatsen waar mensen zich ophouden. Maar ook dat is voor telers geen nieuwe maatregel: in veel gevallen hanteren ze nu, geheel vrijwillig, zelfs al bredere zones.