Afrikaanse peenteelt bedreiging voor Nederlandse teelt en export

Hij zag dit eerder gebeuren bij de aardappelexport naar Senegal. Waar de grens eerder negen maanden per jaar open was voor de import van aardappelen, is dat nu nog maar drie maanden. Door de grenzen te sluiten voor import hoopt het land zijn lokale aardappelteelt te beschermen. Senegal heeft dankzij buitenlandse investeringen de teelt professioneel kunnen opzetten. „Als het zo doorgaat, gaat er straks geen buitenlandse aardappel meer naar Senegal.” Als ze dat met de peen ook gaan doen, gaan ze het heel goed doen, meent Van Liere. „Daarmee komt de exportmarkt onder druk te staan.”
Voorlopig is die angst nog ongegrond, gaf hij aan. „De teelt loopt daar honderd jaar achter. Maar ze kunnen een enorme slag maken als er een investeerder komt.”
'Blubber uit de container'
Andere gevaren voor verscheping van Nederlandse producten naar deze markt zijn volgens Van Liere met name de hoge temperatuur en dito luchtvochtigheid. „Een walhalla voor bacteriën en schimmels.” Hij dringt daarom aan op een snelle koeling van het gewassen en verpakte product naar 2 graden Celsius. „Broei is levensgevaarlijk.” Vervolgens moet de peen geconditioneerd worden vervoerd naar de bestemming. De peen is ongeveer zestien dagen onderweg naar Afrika, maar de lokale markt kan er pas nar drie weken over beschikken. „Als je de boel niet voor elkaar hebt, wint de broei het van de container en komt er blubber uit.”
FlevoTrade exporteert peen naar met name Afrikaanse landen. Het aandeel peen is goed voor 4 procent van de producten die FlevoTrade vermarkt. Het bedrijf is vooral groot in uien: 62 procent van de handel komt voor rekening van gele uien, daarnaast doet het voor 18 procent in aardappelhandel.
Het areaal peen in Nederland beslaat ruim 9.000 hectare, waarvan 56 procent het Nantes-type. Deze B-peen is voornamelijk bestemd voor de export.