Binnen kregen de bezoekers een keur aan informatie voorgeschoteld. Bijvoorbeeld over groenbemesters in de strijd tegen aaltjes. „De juiste groenbemester inzetten levert zo 300 euro per hectare op,” weet Geert Elzes, vertegenwoordiger van VanDinter Semo. Om zijn verhaal kracht bij te zetten, krijgen geïnteresseerden een uitgebreid boekwerkje mee. Hierin staat per groenbemester aangegeven welke aaltjes bestreden kunnen worden. Ook collega Martijn van Overveld van Limagrain praat de boeren en loonwerkers bij. Hij steekt in op het inzaaien van mengsels groenbemester. „De soorten en groei-eigenschappen versterken elkaar. In spuitsporen zie je dan andere soorten dan ernaast, maar alles is wel bedekt.”
Die bedekking is in de praktijk wel een dingetje, blijkt op één van de proefvelden buiten. Het is vorig jaar voorjaar gelijk met de mais ingezaaid met rietzwenkgras. Het oogt wat kaal, zeker in vergelijking met het perceel wintergerst dat na maisoogst is gezaaid, eind september. „Toch kan schijn bedriegen,” weet Peter Ickenroth, WUR-onderzoeker op de proefboerderij waar de dag plaatsvindt. „Wij zien wat boven de grond staat, maar rietzwenk heeft enorme wortelmassa. Met 700 kilo effectieve organische stof haalt het bijna de 800 van een hoge bladramanas.”
Ickenroth gaat uitvoerig in op de keuze’s voor gelijkzaai, nazaai en in mindere mate onderzaai in mais. Wat volgens hem meespeelt zijn de onkruiddruk, het wel of niet kunnen beregenen, de concurrentie met mais, het onderwerken van de stoppel (stengelboorder!), het volggewas en de bewerkbaarheid. „Elke boer zal dus zijn eigen keuze moeten maken.”
En dan staat er een groenbemester of vanggewas en dat moet er op enig moment onder. Op het buitenterrein laten diverse fabrikanten hun mogelijkheden zien. Vanwege de nattigheid kan er niet worden gedemonstreerd, maar de vertegenwoordigers prijzen hun ijzerwaren desondanks met verve aan. Messen, beitels, rollen, schijven, veertanden, getrokken, gedragen, geduwd: het komt allemaal voorbij. Ook hier geldt maatwerk: „Naar de machine die alle soorten en vormen in één keer onderwerkt, zijn we al 10 jaar op zoek”, aldus Michiel Kisteman van Kverneland.
Onder een voorzichtig zonnetje en in een koud windje schuifelen de bezoekers langs de machinerie. Blauw, groen, oranje; voor elk wat wils. Opvallend is het aantal snijwerktuigen om het gewas klein te krijgen voor de echte grondbewerking. „Klepelen gebeurt nu nog veel”, aldus een vertegenwoordiger. „Maar ik zeg altijd dat wat je ruikt bij klepelen verloren is voor de grond. Bij snijden krijgt het gewas een tik mee, maar vindt in de grond het eigenlijke kleinmaken plaats. Mét behoud van waardevolle stoffen.”
Groenbemesters inzetten is vakwerk, zoveel is wel duidelijk. Of, zoals een bezoeker het kernachtig samenvatte: „Behandel groenbemesters als hoofdgewas.”
(Klik hier voor een video)
