Lagere productie in EU lokt hogere suikerprijzen uit

Daartegenover staat dan een verwacht verbruik van 185 miljoen ton ofwel een tekort van ruim 11,2 miljoen ton. Voor de campagne 2020-2012 staat de teller weliswaar op een verwachte stijgende productie tot iets minder dan 185 miljoen ton, maar zou het verbruik op 187 miljoen ton uitkomen. Voor de jaren daarna zijn er nog geen prognoses. Volgens de Commissie was de suikerproductie vorig jaar in geen enkele EU-lidstaat echt winstgevend. Ook niet in Nederland en België, die toch bekend zijn om hun bijzonder efficiënte en performante productiemethoden. De Europese bietentelers zijn niet bepaald optimistisch. Volgens hen zullen de voorgenomen definitieve sluiting van een aantal suikerfabrieken in Europa en het beëindigen van de bietenteelt door een groot aantal telers de daling van de suikerproductie dit en volgend jaar bevestigen. Voor de eerstvolgende jaren daarna tasten zij in het duister.
Stijgende spotprijs
Wat de prijsontwikkeling aangaat, becijferden de diensten van de Commissie dat de gemiddelde (contract)verkoopprijs voor suiker in december vorig jaar 342 euro per ton bedroeg ofwel 28 euro per ton meer dan in 2018. De gemiddelde buiten-contractverkoopprijs (spotprijs) steeg naar maximaal 460 euro per ton. In Spanje en Italië lagen de spotprijzen zelfs nog 50 tot 55 euro per ton hoger.
Ofschoon de suikerproducenten zowel op de EU- als de wereldmarkt een stijging van de suikerprijzen meemaken, blijft de sector bezorgd om de toekomst. Het is haar immers niet ontgaan dat de Commissie de hervorming van het gemeenschappelijk EU-landbouwbeleid wil aangrijpen om fors te snijden in de directe inkomenssteun waarop vooral de bietentelers aangewezen zijn. Tenslotte zal de toekomst van zowel de bietentelers als de hele suikerindustrie in de EU sterk afhangen van het resultaat van handelsverdrag dat “Brussel” met de Britten zal sluiten in verband met de Brexit. Als het onverhoopt tot een harde botsing komt, zijn de gevolgen voor de Europese suikersector niet te overzien.
Frans-Duits onderonsje
Sinds Franz Fischler, Europees commissaris van landbouw in de beginjaren van deze eeuw aangaf dat ‘Brussel’ de suikermarkt in de EU aan nog meer regels wilde onderwerpen, zijn productie- en prijsschommelingen in de suikersector nooit meer veraf geweest. Daarbij zou Brussel vooral moeten uitmaken wie, wat en waar suiker mocht produceren. De voorkeur ging duidelijk uit naar Duitsland en Frankrijk. Ofschoon het nooit tot een Frans-Duits onderonsje op de vrije Europese suikermarkt kwam, beleefde de sector sedertdien verschillende keren toch moeilijke tijden tot crisissituaties toe. Dat was vooral het gevolg van de niet altijd goed ingeschatte gevolgen van de hervorming van de Europese suikermarkt. Wie had bijvoorbeeld ooit gedacht dat de EU een suikertekort zou meemaken? Toch gebeurde dat.
Tekst: Jan Schils
Beeld: Ruth van Schriek