Schouten wil goedkeuring mancozeb niet verlengen
Volgens een conceptvoorstel van de Europese Commissie kleven er risico’s aan de werkzame stof mancozeb. Als het definitieve voorstel van de Europese Commissie tijdens de vergadering van de SCoPAFF op 18 en 19 mei overeenkomt met het conceptvoorstel en het advies van het Ctgb ongewijzigd blijft, dan zal Schouten haar goedkeuring geven aan het voorstel van de Europese Commissie om de goedkeuring van de fungicide mancozeb niet te verlengen.
‘Besluit snel afronden’
Schouten geeft in de Kamerbrief aan dat zij de Europese Commissie komende week tijdens de SCoPAFF-vergadering nogmaals zal verzoeken de besluitvorming over de werkzame stof zo spoedig mogelijk af te ronden en in werking te laten treden en daarbij niet te wachten totdat de termijn van de procedurele verlenging afloopt.
Het SCoPAFF ondersteunt de Europese Commissie bij de uitvoering van EU- regelgeving waarbij de EC de besluitvormende bevoegdheid heeft. Het SCoPAFF gaat onder andere over technisch-wetenschappelijke of procedurele besluiten over de (hernieuwing van) goedkeuring van werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen in de EU en de criteria waarlangs ze worden beoordeeld.
De toelating van mancozeb liep op 30 juni 2016 officieel af. De goedkeuring van de werkzame stof werd echter nog jaarlijks door de Europese Commissie verlengd.
Reactie LTO Nederland
Joris Baecke, portefeuillehouder Gezonde Planten bij LTO Nederland, laat in een redactie weten: „Mancozeb is als basisfungicide voor heel veel telers een cruciaal gereedschap om gewassen gezond te houden. De toelating mag en kan niet anders dan op basis van de wetenschappelijke risicobeoordeling van de daartoe aangewezen autoriteiten, het Ctbg en EFSA. De politiek moet geen voorschot nemen op een besluit terwijl het beoordelingsproces nog loopt. Als basismiddelen worden geschrapt zonder wetenschappelijke onderbouwing dan is dat niet alleen een mokerslag voor telers die geen alternatieven krijgen aangereikt, maar ook een gevaarlijke verdere politisering van een proces waarin de wetenschap leidend hoort te zijn.”
