Landbouw en Meten=Weten over één ding eens: nader onderzoek naar herkomst stoffen in Drentse natuur

Bij een onderzoek in vier Natura 2000 gebieden in Drenthe zijn 31 verschillende bestrijdingsmiddelen, biociden en afbraakproducten gevonden door het burgerinitiatief Meten=Weten. In het rapport wordt met een grote beschuldigende vinger gewezen naar de landbouw, als zijnde de grote bron van de vervuilingen. Maar dat is onterecht, is breed in de akkerbouw te horen. Want, zeggen onder meer Stichting AgriFacts, BASF en brancheorganisatie Nefyto, ruim 63 procent van de gevonden stoffen is niet landbouw gerelateerd.
„Het is waar dat een deel van gevonden pesticiden komen van vlooienbanden, muggenspray, conserveermiddelen, brandstoffen of verboden bestrijdingsmiddelen”, schrijft Meten=Weten in een persbericht, als reactie op de discussie over het rapport. „Het is ook waar dat de herkomst van de stoffen niet is onderzocht.” De organisatie betwist echter dat een ruime meerderheid van de gevonden stoffen niet afkomstig zou zijn van de landbouw. „Deze bewering is namelijk niet gebaseerd op het aantal stoffen, maar op percentage van het gewicht van alle gevonden stoffen bij elkaar opgeteld.”
Zandkorrels of kiezelstenen
In principe heeft Meten=Weten daar een punt. Maar het is maar net hoe je naar de meetresultaten kijkt. In absolute zin zijn de meeste gevonden stoffen inderdaad gewasbeschermingsmiddelen, zegt Eric Kiers van BASF. „Maar stel, je weegt 25 zandkorrels en 4 kiezelstenen. Dan kun je naar die 25 zandkorrels blijven wijzen, maar de grootste bijdrage komt echt van die 4 kiezelstenen. Dat is geen rekentruc, maar gewoon zoals het is.” Waarmee hij zich niet wil ontdoen van de verantwoordelijkheid van de sector. „Gewasbeschermingsmiddelen mogen niet in de natuur worden gevonden, hoe klein de gevonden dosering ook is. Ze horen daar niet”, zegt Kiers.
Wat hij wil benadrukken is dat de landbouw niet de hoofdschuldige is van deze vondsten. „Dat zijn wij burgers. We laten allemaal onze sporen na in de natuur: we rijden auto, we gebruiken make-up, smeren ons in tegen muggen en voorzien onze honden van een vlooienband.”
Verspreiding
Wat ook vragen oproept is het feit dat de stoffen zo ver in natuurgebieden zijn gevonden. Tot op 4 kilometer van de rand van de natuurgebieden, het verste punt, werden in totaal 31 pesticiden aangetroffen. Het wordt dus tijd om te kijken naar de manier waarop stoffen zich verspreiden, zegt Jo Ottenheim van Nefyto. „Stijgen roetdeeltjes vanaf de snelweg of uit de houtkachels op en binden ze zich aan stofdeeltjes in de lucht? Komen ze zo in de natuur terecht?” Wat hem opvalt in het rapport is dat er niet een directe link is tussen een agrarisch perceel en drift in de nabijheid hiervan. „Het is nu een hele brij aan stofjes die zijn gevonden.”
Het rapport leert dat er bij onderzoek niet alleen moet worden gekeken naar gewasbeschermingsmiddelen maar naar alle stoffen die voortkomen uit menselijke activiteit, vindt Ottenheim. „En is deze voetafdruk te vermijden? Dat is een vraag die de politiek moet beantwoorden.”
Politiek aan zet
Ook Meten=Weten vindt dat de politiek aan zet is. „De resultaten roepen vragen op naar het voorkomen van deze stoffen in andere natuurgebieden, evenals naar de herkomst van deze stoffen en wat voor effect ze hebben op natuur en biodiversiteit. Bij de toelating van bestrijdingsmiddelen wordt geen aandacht gegeven aan dit, tot nu toe onbekende, verspreidingsmechanisme”, stelt de organisatie in het persbericht. Daarom heeft ze de Tweede Kamer gevraagd er bij de regering op aan te dringen dat er onderzoek gaat plaatsvinden. „Het echte werk begint nu pas.”
Meten=Weten was niet bereikbaar voor een verdere toelichting.