Fusarium dit jaar de grootste zorg in de uienbewaring

De uienoogst loopt nu vlot door. In de afgelopen weken konden de telers volop het land op om uien te rooien en te laden. Met wat meer regenachtig weer in het vooruitzicht komt er iets meer druk op de oogst. André Boot van Hazera schat dat circa 70 tot 80 procent van de uien in het zuidwesten al van het land is. Op de zandgronden is het rooien op een enkel perceel na afgerond. Op de noordelijke klei moet echter nog wel wat gebeuren, zegt Jaap Jonker van De Groot en Slot. Daar staat het rooien soms zelfs stil om rooibeschadiging te voorkomen: de grond is te droog. Ook zijn er enkele percelen die een slechte start hebben gehad, met als gevolg dat ze het hele seizoen achterlopen. Jonker verwacht dat deze laatste percelen niet voor 1 oktober worden geoogst.

Lokale plensbuien

De kwaliteit en de kleur van de uien is goed, de sortering is wisselend. Het enige zorgpunt dit jaar vormt fusarium. Deze bodemschimmel vormt dit jaar een groter probleem dan in de afgelopen jaren. Lokale plensbuien waardoor de grond dichtsloeg, gevolgd door hogere temperaturen leidden tot ideale omstandigheden voor de schimmelziekte.

Dit kan ook in de bewaring nog tot grote problemen leiden. Boot maant telers daarom tot waakzaamheid, zeker in het begin van de bewaarperiode. Zeker in de eerste weken is het volgens hem belangrijk om om de twee dagen over de hoop te lopen. En blijven ventileren om het vocht dat uit aangetaste uien komt op te laten drogen.

'Gevaar van fusarium niet onderschatten'

Door het mooie weer van de afgelopen twee weken bestaat het risico dat telers het gevaar van fusarium onderschatten, denken Boot en Jonker. „Twee prachtige weken wil niet zeggen dat de uien droog zijn”, zegt Jonker. Het gevaar zit in de uien die nog laat in het seizoen zijn aangetast. „Die moet je nog volledig wegdrogen.” Boot maakt zich wat dat betreft vooral zorgen om nieuwe uientelers. „Zij hebben nog geen ervaring met fusarium.”

Fusarium steekt vaker de kop op. Dat is ook de reden waarin binnen het onderzoeksproject Uireka uitgebreid onderzoek is gedaan naar welke variant van Fusarium oxysporum in Nederland de belangrijkste veroorzaker is van rot in de uien. Fusarium en koprot zijn de twee meest bedreigende uienziektes. De fusariumschimmel dringt de ui binnen via de bolbodem. Het weefsel wordt hierdoor zacht en gaat rotten. Het verloop en de heftigheid van deze aantasting verschilt van jaar tot jaar en van perceel tot perceel.

Scheurkontjes

Ook lijken er dit jaar in alle rassen meer problemen te zijn met scheurkontjes. Als een ui door bijvoorbeeld droogte is gestopt met groeien en door regen of beregenen plots weer aan de groei komt, kan de wortelkrans openbarsten. „We zien het nu vooral in gebieden waar veel is beregend”, zegt Boot. Deze uien zijn goed herkenbaar. „Dit is in vergelijking met fusarium makkelijke tarra, je kunt ze er zo uithalen.”