Stijgende graannoteringen op wereld- en EU-markt

Begin deze week toonden de tarwenoteringen op de wereldgraanmarkt een verder stijgende tendens. Dit kwam vooral door speculatieve aankopen door hedge funds. Daarnaast kijkt de markt aandachtig naar Argentinië, waar vraagtekens worden gezet bij de oogstvooruitzichten. Verder hinderen slechte (weers-)omstandigheden de inzaai voor het seizoen 2020/2021 in Europa, de Verenigde Staten (VS) en het Zwarte Zeegebied. Vervolgens dalen de prijzen weer doordat posities werden afgebouwd en door een sterkere dollar ten opzichte van de euro. Daarentegen stegen de tarweprijzen in Rusland en Oekraïne dankzij een sterke export en enkele logistieke uitdagingen. Dit meldt het weekbericht granen van de RVO.
Egypte (GASC) kocht 405.000 ton maaltarwe in Rusland tegen 256 dollar. Turkije verzekerde zich van 440.000 ton maaltarwe voor 240 tot 248 dollar. Jordanië kocht 120.000 ton maaltarwe tegen 255 dollar. Tunesië kocht 50.000 ton durum tarwe tegen 325 euro en een Thaise veevoederfabrikant kocht 120.000 ton tarwe in Australië voor 258 dollar en 60.000 ton in Argentinië of het Zwarte Zeegebied voor 259 dollar. Pakistan is weer in de markt voor levering van 300.000 ton maaltarwe.
Gerstnoteringen stijgen
Ook de gerstnoteringen vertonen een stijgende tendens. De oorzaak hiervan is terug te voeren op ontwikkelingen op de lokale markten en forse aankopen. Zo kocht Saoedi Arabië 540.000 ton voergerst tegen 220 tot 229 dollar en Tunesië 75.000 ton voor 223 tot 227 dollar. Het slechte weer in het Canadese Alberta vertragen daar de oogstwerkzaamheden. India verhoogde tenslotte de minimumprijs voor het seizoen 2020/21met 5 procent tot 217,50 dollar/ton.
De termijnnoteringen van tarwe vertonen op de Europese markt een licht stijgende tendens. Belangrijkste oorzaak vormen een zwakkere euro en een lichte daling van de sportnoteringen in Frankrijk. In Duitsland stegen de spotnoteringen iets onder invloed van een behoorlijk exportvraag en een betere concurrentiepositie. In Parijs steeg de termijnnotering december 2020 voor maaltarwe met 3,00 euro naar 192,00 euro. De termijnnotering maart 2021 steeg met 2,25 euro naar 192,00 euro. Voor maïs steeg de termijnnotering november met 1,50 euro naar 172,00 euro terwijl de termijnnotering januari 2021 met 0,50 euro steeg tot 173,00 euro.
Voor zachte maaltarwe werd in Hamburg 188 euro betaald en voertarwe ging voor 185 euro van de hand. In Brussel verwisselde voertarwe voor 187 euro van eigenaar en in Rotterdam voor 201,50 euro. De prijs die in Brussel voor voergerst moest worden betaald bedroeg 172 euro, in Hamburg 162,00 euro en Rotterdam 178,50 euro. Brouwgerst werd in Mannheim verhandeld voor 181,50 euro.
EU graan im-/export
De Europese Commissie meldt dat in de periode van 14 tot en met 20 september 2020 in totaal 274.763 ton graan werd uitgevoerd. Met 252.119 ton was hiervan het merendeel zachte tarwe en 17.098 ton gerst. In dezelfde periode voerde de EU 350.957 ton graan ingevoerd, waarvan 108.571 ton zachte tarwe en 213.435 ton maïs. De EU is in het seizoen 2020/2021, op basis van gegevens uit het douanesysteem, een netto exporteur van 1,267 miljoen ton graan. In dezelfde periode vorig seizoen was ze een netto exporteur van 3,641 miljoen ton.