Peentelers willen meer informatie over kiemkracht van aangekocht zaaizaad

Voornaamste doel van deze proef in Rutten (FL) is de discussie op gang brengen over het belang van kennis over kiemkracht. Direct aanleiding voor deze proef zijn vragen vanuit de Peenacademie. „We horen regelmatig de vraag: waarom ontkiemt de ene partij makkelijker dan de andere”, zegt Johan Wander. „Ligt dat aan het perceel of de grondsoort, of toch aan het zaad.”
Zaaidiepte
Informatie over kiemkracht of de zaadbehandeling staat tot nu toe niet vermeld op de verpakking. „Dat zijn wel onderwerpen waar telers meer over willen weten.” Als telers weten dat een bepaalde partij minder kiemkrachtig is, kunnen ze bijvoorbeeld de zaaidiepte of de hoeveelheid zaad per hectare aanpassen. „Een akkerbouwer krijgt zo extra handvatten voor de teelt.”
In de veldproef liggen 19 blokjes met in totaal 8 rassen. Van elke partij is in een laboratorium de kiemkracht bepaald en later op het demoveld het opkomstpercentage. Keiharde conclusies zijn misschien nog niet te trekken, maar de onderlinge verschillen tussen deze veldjes zijn groot, ook tussen de veldjes van dezelfde rassen.
Ketenproject Verbetering Pootgoedkwaliteit
Deze discussie over kiemkracht van zaad is vergelijkbaar met de discussie die speelt tussen pootgoed- en consumptieaardappeltelers. In 2016 is het Ketenproject Verbetering Pootgoedkwaliteit opgestart na problemen met de opkomst van aardappelen in met name het zuidwesten. Aanleiding voor dit project waren klachten van pootgoedafnemers over de kwaliteit van pootaardappelen.