Akkerbouw scoort weer beter bij Nederlanders

Dat blijkt uit de tweejaarlijkse Agrifoodmonitor van Wageningen Economic Research. De akkerbouwsector scoorde onder de ruim drieduizend respondenten een 5.6 (op een schaal van 1=negatief tot 7=positief). In 2012 was dat 5.5, de onderzoeksjaren daarna was dat respectievelijk 5.2, 5.2 en 5.1.

Voedsel uit regio

Door de actuele gebeurtenissen, waaronder de boerenprotesten en Covid-19, is het vertrouwen in voedselveiligheid en de economische bijdrage van de agrarische sector belangrijker geworden voor de waardering ervan, aldus het onderzoek.

Respondenten geven ook aan door Covid-19 anders te zijn gaan eten. Het zijn geen grote verschuivingen, maar ze zijn bijvoorbeeld minder varkensvlees en meer groenten en fruit gaan eten.

Ook smaak, betaalbaarheid en gezond voedsel vinden de respondenten meer van belang dan voorgaande jaren. Vergeleken met het onderzoek uit 2018 vinden de deelnemers het nog belangrijker dat het voedsel uit de regio komt.

Kloof verkleinen

Consumenten die dichter bij een boer of tuinder wonen geven een hogere waardering. Om die kloof te verkleinen, raden de onderzoekers aan om de communicatie te verbeteren.

Verder toont onderzoek naar de waardering van voedsel in verschillende stadia van de consumptiecyclus (productie, aankoop, consumptie en verspilling) aan dat het voedsel zelf het meest gewaardeerd wordt tijdens de aankoop en consumptie.

Analyses laten verder zien dat de waardering van voedsel tijdens de productie belangrijk is voor de houding tegenover de hele sector. Hier ligt volgens de WUR een uitdaging: „De waardering van voedsel tijdens productie verhogen lijkt een effectieve strategie: denk bijvoorbeeld aan herkomst verhelderen en visualiseren waar producten vandaan komen.”