Sorghum ontwikkelt zich goed op Nederlandse akkers

In het Brabantse en Zeeuwse land zijn weer diverse percelen sorghum geoogst. Dit jaar omvatte het sorghumareaal in het CZAV werkgebied circa 100 hectare. Daarnaast waren binnen het Zeeuws-Vlaams project ‘New Babylon’ tien boeren actief. Zij teelden, ook onder begeleiding van CZAV, in totaal ruim 25 ha sorghum. Het New Babylon project is gebaseerd op zaaizaadontwikkeling en toepassing van sorghum. Daarbij wordt specifiek gekeken naar de opbrengst, voederwaarde en het eiwitgehalte. Volgens CZAV ontstaat, op basis van deze resultaten, zo een goede ervaring om sorghumrassen verder te introduceren. Ook dit jaar werd de teelt geconfronteerd met de nodige uitdagingen. Volgens de coöperatie zijn er nog uitdagingen aan te gaan, vooral wat betreft de onkruidbeheersing en zaaimethode.

Nederlandse omstandigheden

In andere landen heeft sorghum reeds een belangrijke plaats in het bouwplan verworven. Vooral in Centraal-Europa wordt inmiddels veel sorghum geteeld. CZAV verwacht dat, wanneer de tijd rijp is, het Nederlandse areaal flink kan groeien. Voor de coöperatie reden zich te blijven verdiepen in het gewas. Daarnaast werken veredelaars hard aan sorghumrassen die beter geschikt zijn voor de Nederlandse klimatologische omstandigheden, met o.a. minder zonuren dan in zuidelijke landen. Ook zullen nieuwe rassen beter bestand moeten zijn tegen koude periodes, zodat de opkomst en graanvorming beter verlopen.

Voedergewas

„De meesten agrariërs telen sorghum nu als voedergewas voor rundvee. Daartoe wordt het gewas als gehele plant silage (GPS) in de kuil opgeslagen.” Dat stelt Tim van Summeren, commercieel technisch adviseur bij CZAV. Er zijn ook enkele akkerbouwers die dit gewas telen voor de korrel. „Zij zijn aan pionieren om van de sorghumkorrels brood te bakken en/of er bier mee te brouwen,” weet Van Summeren.

Zeventiger jaren

Van Summeren ziet sorghum nog niet als een vervanger van mais of voederbieten in het voerrantsoen. „Met 13 tot 14 ton droge stof blijft dit gewas nog achter. Momenteel is het als derde gewas een goede aanvulling in het voerrantsoen.” Van Summeren vergelijkt de huidige ontwikkeling van sorghum met die van snijmais in de zeventiger jaren van de vorige eeuw.

Droogte

Voordelen van sorghum zijn onder meer de bemesting en de teelt. Met minder dan 100 kilogram stikstof/ha heeft dit gewas aanzienlijk minder stikstof nodig dan mais. Volgens Van Summeren is het ook teelttechnisch een makkelijk gewas. „Na het zaaien en de toepassing van een onkruidbestrijding heb je er tot aan het oogsten en inkuilen geen omkijken naar. Bovendien is sorghum niet ziektegevoelig en het doorstaat een hitte-/droogteperiode beter dan mais. Daarnaast heeft sorghum een lage vochtbehoefte.” Zo presteert sorghum goed in regio’s waar weinig tot zeer weinig regen is gevallen. Wel is duidelijk geworden dat sorghum niet zónder water kan, maar dat het toch echt beduidend minder regen nodig heeft dan vele andere gewassen. Vooral een watergift of regenbui net voor de bloei geeft een meeropbrengst en een verbeterde pluimvorming.