GrAJK: Inpolderen om boeren te compenseren voor claims op landbouwgrond

Groninger boeren willen geen landbouwgrond meer inleveren voor de aanleg van huizen of industrie of nieuwe natuur, stelt GrAJK-bestuurslid Jarno Rietema uit Oudeschip. „Daar zijn we klaar mee.” Inpoldering moet daarom weer op de agenda komen, schrijven de jonge boeren in hun visie.

Ruimte voor ruimte

Er zijn veel plannen ontwikkeld die stuk voor stuk een aanslag plegen op de ruimte in Nederland, zoals de uitbreiding van vliegveld Lelystad, maar ook de huidige discussie over stikstof in het kader van woningbouw. „En altijd wordt er uitgebreid ten koste van de landbouw.” Zo kan het niet langer, vinden de Groninger boeren. Hun antwoord: ruimte voor ruimte. „Land aanwinnen gebeurde hier vroeger ook, zo zijn onze polders ontstaan. Nu er weer discussie is over een tekort aan ruimte moet inpoldering weer bespreekbaar worden.”

Het standpunt van GrAJK staat los van de recente plannen voor het opofferen van landbouwgrond langs de Waddenkust voor natuurontwikkeling. „Onze zorg bestaat al veel langer.” Maar het is volgens Rietema wel weer een voorbeeld van hoe de druk op de schaarse (landbouw-)grond in Nederland toeneemt. Deze toenemende druk op landbouwgrond is niet goed voor jonge boeren, vindt de akkerbouwer. „Het zorgt er voor dat de innovatiekracht in de landbouw achteruit gaat. En we moeten juist vooruit.”

Draagvlak

Waar de inpoldering moet plaatsvinden, heeft het GrAJK nog niet precies ingetekend, maar ideeën daarover zijn er wel. Inpolderen in het IJsselmeer is niet verstandig, omdat dit een grote zoetwaterbron is voor de landbouw. Betere opties zijn het buitendijks inpolderen, dus Waddenzee of Noordzee. Het is nu eerst belangrijk dat de politieke discussie over de landhonger en een oplossing hiervoor wordt gevoerd, zegt Rietema. „Onder boeren is in ieder geval wel draagvlak voor inpoldering.”

Het is een goed idee om deze discussie te gaan voeren, reageert Jaap van Wenum, voorzitter van de LTO-vakgroep Akkerbouw. „Iedereen heeft ruimte nodig en we zitten daardoor momenteel in elkaars vaarwater. Inpoldering op plekken waar het zowel de natuur als de landbouw ten goede komt is een mogelijkheid om daar uit te komen. Er wordt immers ook nagedacht over vliegvelden en windparken in zee.”