
“Gebruiksgemak is een groot voordeel”

“Ik wil er altijd alles aan hebben gedaan om een optimale kwaliteit pootgoed te telen. En het fungicide Allstar draagt daar zeker aan bij. ”Je hoeft Harrie Plomp uit Rutten niets te vertellen over het belang van een goede rhizoctonia bestrijding. Op de zeer lichte zandgrond (ca. 4% afslibbaar) aan de IJsselmeerdijk nabij Rutten is rhizoctonia altijd een aandachtspunt. Harrie boert in maatschap met zijn vader, een oom en een neef. Het is een gemengd bedrijf waar naast de hoofdteelt pootaardappelen (35 ha) ook zaaiuien, suikerbieten, tulpenverhuur, zomergerst en 16 ha grasland in het bouwplan voorkomen. Op het grasland groeit het hoofdgerecht voor 60 koeien die gemolken worden met een robot. Mede door de tulpenteelt (met strodek) in het bouwplan, is een grondbehandeling tegen rhizoctonia een vast onderdeel van de pootgoedteelt. “Een veurbehandeling bij het planten is hier standaard”, vertelt Harrie. “En bij gevoelige rassen deed ik ook nog weleens een volveldsbehandeling met een ander middel, maar dat mag vanaf 2021 helaas niet meer.”
Plus op de prijs
De veurbehandeling bij het planten doet Plomp sinds een jaar of drie met het fungicide Allstar. “We waren best tevreden over ons oude middel maar dat was niet meer praktisch toepasbaar. En onze gewasbeschermingsadviseur was heel enthousiast over Allstar. Dat wekte vertrouwen.” Drie seizoenen ervaring rijker toont Plomp zich ronduit tevreden over het rhizoctoniamiddel. “Allstar is een mooi zacht middel en je hebt er weinig van nodig. Het scheelt een boel gesjouw. Het gebruiksgemak van Allstar is echt top!” Voor oogst 2021 kan Allstar weer rekenen op een plek in Plomp’s schema tegen rhizoctonia. “Waarom zouden we overstappen? De Allstar bevalt goed en wij zijn best wel kritisch. Ik zie het als een belangrijke verzekeringspremie. Allstar helpt mij pootgoed te produceren dat voldoet aan hoge kwaliteitsnormen. En dat levert meestal een plusje op de prijs op. Met uitsorteren zou ik niet hetzelfde bereiken. Er zit bij ons sowieso meestal maar één man aan de band. En dat willen we graag zo houden.”