Uienvlieg al weer aanwezig

Ten Brinke vindt de uienvliegen momenteel door haar geheel werkgebied. Het aantal uienvliegen is erg afhankelijk van de ligging van het perceel ten opzichte van waar vorig jaar uien stonden. Op sommige percelen worden geen of nagenoeg geen uienvliegen gevonden, terwijl op andere percelen al flinke hoeveelheden uienvliegen zijn geconstateerd.

Advies

Volgens Ten Brinke is het in veel gevallen verstandig om tijdig te beginnen met het spuiten van pyrethroïden (Sumicidin, Decis, Karate Zeon etc.). Dit om de populatie uienvliegen onder controle te houden. Dit kan eventueel gecombineerd worden met de onkruidbestrijding, maar bij voorkeur niet in combinatie met contactmiddelen. Voert de teler een aparte bespuiting voor de uienvlieg uit, dan kan het de eerste keer ook voldoende zijn om alleen de kopakkers of rondom een strook te spuiten. Het standaardadvies bij een lage tot matige druk luidt: bij zaai-uien en eerste- en/of tweede-jaars plantuien het gebruik van Sumicidin Super (0,2 ltr/ha) en bij zilveruien Karate Zeon (50 ml/ha).

Kennis uienvlieg

In de afgelopen jaren heeft Ten Brinke zijn kennis over de uienvlieg verder ontwikkeld en verfijnd. Dit in samenwerking met bedrijven die kennis hebben van de levenscyclus en bestrijding van de uienvlieg. Door experimenteren en scouten, zegt het bedrijf in de afgelopen jaren kennis te hebben vergaard over de omstandigheden waarin de uienvlieg zich het sterkst ontwikkelt. Hierbij kijken ze niet alleen naar de uienvlieg zelf, maar ook naar het klaar leggen van het land, de zaaidiepte, de bemesting en de vochthuishouding van het perceel. Momenteel loopt er een onderzoek naar de voorspelbaarheid van de start van de eerste vlucht van de uienvlieg.

Huidige situatie

Ten Brinke gaat er vanuit dat de bestrijding van de uienvlieg de komende jaren moeilijker gaat worden. Het had gehoopt op de toelating van het middel Belem, maar helaas wordt dit product niet voor komend seizoen toegelaten door het Ctgb. Hierdoor moeten we de strijd met de uienvlieg aangaan met de huidige (nog) toegelaten middelen. En dit op het juiste tijdstip en wanneer het echt nodig is. Hiervoor is monitoring van de uienvlieg beslist noodzakelijk.