NEPG: Tot 5 procent minder consumptieaardappelen gepoot in Noordwest-Europa

Een historische gebeurtenis, noemt de NEPG deze krimp. De laatste keer dat het areaal aardappelen terugliep was in 2014. In de afgelopen twintig jaar was verder voortdurend sprake van groei. De krimp is een gevolg van de moeilijke situatie op de vrije markt na de oogst 2020 en de daaraan gekoppelde oproep van de telersorganisatie om een kleiner areaal aardappelen te poten. In diezelfde periode zijn de verwerkers gegroeid: ze hebben de bestaande capaciteit uitgebreid of nieuwe fabrieken gebouwd.
Koud en droog weer sinds half april
De start van het nieuwe teeltseizoen was niet optimaal. De winter was natter dan de voorgaande drie tot vier jaar en het is sinds half april kouder en droger. Tussen half februari en april werden de vroege aardappelen geplant. Een deel van de hoofdoogst werd eind maart tot begin april gepoot, maar de hoofdmoot werd vanaf de derde week van april geplant. Dit verliep voorspoedig en onder goede maar koude omstandigheden.
De omstandigheden waren in de NEPG-landen erg verschillend. Ter voorkoming van vorstschade is in de vroege productiegebieden in West-Duitsland volop beregend, terwijl in België en Duitsland de vroege aardappelen rond 6 april nog met een laag sneeuw bedekt werden.
NEPG schat in dat de vroege aardappelen ongeveer twee weken achterstand hebben opgelopen. Het overwegend droge weer kan ook invloed hebben als het nog enige weken zo blijft, voegt de organisatie daar aan toe. Aan het eind van de eerste meiweek werd het geplante areaal van de hoofdoogst geschat op meer dan 95 procent. Het koude weer met soms nachtvorst sinds de derde week van april heeft de noodzaak snel te poten vertraagd.
Positieve stemming op de vrije markt
De vrije markt kent een positieve stemming, omdat de verwerkers een opleving verwachten of in ieder geval een grotere vraag in de komende weken en maanden, stelt NEPG. Niet alleen op de markt binnen het NEPG-gebied, maar ook voor export naar andere Europese landen en ook naar buiten de EU. Telers hebben vertrouwen in de markt omdat de vroege aardappelen later geoogst zullen worden en ook de hoofdoogst trager zal opkomen. Het koude weer sinds begin april helpt om het product in de bewaring in goede kwaliteit te houden. Er is ook een kleinere vrij te verkopen voorraad dan in de laatste jaren.
In de afgelopen twee seizoen zijn de productiekosten sterk gestegen, de laatste vier jaar stagneren de opbrengsten en het bewaren van aardappelen is duurder en moeilijker. Dat maakt dat de aardappelteelt kwetsbaar en onzeker is, vindt de NEPG. Daarnaast ligt de hele sector onder het vergrootglas als het gaat om watervervuiling, erosie en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
De NEPG bestaat sinds 1 januari uit: VTA (Nederland), ABS, Fiwap, FWA, PCA (België), Reka (Duitsland) en UNPT (Frankrijk). De Britse telersorganisatie AHDB heeft zich per 2021 teruggetrokken uit het overkoepelende orgaan.