NAK: gemiddeld 2,5 procent pootgoed in klasse verlaagd

De veldkeuring is in volle gang. De keurmeesters hebben nu tweederde van de te keuren percelen onder ogen gehad.
Ruim de helft van de verlagingen (55 procent) wordt veroorzaakt door bacterieziek. Daarnaast is mozaïekvirus in 22 procent van de gevallen de reden voor verlaging. Dit lagere percentage is te danken aan de lage luizendruk.
Op het noordelijk zand is tot nu toe 5,3 procent van het te keuren areaal in klasse verlaagd en 1,2 procent is afgekeurd. Dat is aanzienlijk hoger dan in de andere teeltgebieden. In Zuid-Nederland ligt het verlagingspercentage op 3,4 procent, in het midden is dat 2,6 procent. Op de noordelijke kleigronden is het verlagingspercentage met 1,4 procent het laagst. Op het noordelijk zand worden meer lagere klassen geteeld dan in andere pootgoedgebieden. Hierdoor is de kans op vondsten van bacterieziek groter dan elders.
Dit jaar is de eerste veldkeuring niet meer oriënterend voor virus en raszuiverheid. Met deze aanpassing hoopt de NAK een kwaliteitsslag te maken in de strijd tegen virus: het aantal viruswaarnemingen is de laatste jaren sterk toegenomen.