Bodemschimmel aphanomyces grijpt zijn kans in nat groeiseizoen

Aphanomyces zit vrijwel in het hele land in de grond, maar komt het meeste naar voren op zand-, dal en lichte zavelgronden. De schimmel gedijt goed op vochtige grond en bij een pH lager dan 6. In het zetmeelaardappeltelend gebied is de pH-waarde, vanuit de bietenteelt gezien, laag, vaak onder de 6. Als in deze gebieden in korte tijd veel regen valt, kan er ‘ineens’ veel schade ontstaan.
Tot (bijna) 100 procent aantasting
In de regio Westerwolde (GR) en rond Marwijksoord (DR) zijn in de afgelopen weken meerdere meldingen naar voren gekomen van flinke schade in de bieten. Het probleem met de zogenoemde afdraaiers (bij jonge planten) of wortelrot (in een later stadium) is op een aantal percelen zo groot dat er tot (bijna) 100 procent aantasting is. De verschillen in de mate van aantasting in de planten (binnen een perceel) en tussen percelen zijn groot.
Aphanomyces en de gevolgen daarvan zijn op zich een bekend gegeven. Toch lijkt het of de bietensector min of meer is overvallen door de vele aantastingen in het noordoosten. Volgens IRS-onderzoeker Bram Hanse is dit een gevolg van de afgelopen drie droge zomers.
Rassenonderzoek
Aphanomyces zit niet standaard als toets in het rassenonderzoek van bieten, maar wordt waargenomen als er aantasting optreedt. In de afgelopen drie jaar zijn er veel nieuwe bietenrassen bij gekomen die als gevolg van de droge weersomstandigheden niet zijn waargenomen op de schimmelziekte. Er was dan ook geen indicatie voor een hoge(re) gevoeligheid voor aphanomyces. Nu er veel regen is gevallen, komt echter naar voren dat een aantal (nieuwe) rassen wel degelijk heel gevoelig is voor de schimmel. De problemen doen zich vooral voor in bieten van het KWS-ras Caprianna, maar ook in andere rassen komt dit jaar meer aantasting door aphanomyces voor. Cosun adviseert nu dan ook om de rassen waarin zich nu problemen voordoen niet meer te telen op zand- en dalgrond.
Belangrijke waardplanten voor aphanomyces zijn melden en bieten. Een goede onkruidbeheersing is daarom van groot belang om de risico’s te verkleinen, zegt Hanse. Daarnaast adviseert hij een ruime rotatie in de bietenteelt; 1 op 4 of ruimer. Ook zouden de telers de pH-waarde van het perceel kunnen verhogen. „Maar daarmee zit je weer in het vaarwater van de zetmeelaardappelen. De pH is daarom een beetje een compromis in de Veenkoloniën.” Als er in korte tijd veel neerslag is gevallen, is het van groot belang om het water zo snel mogelijk van het land te krijgen.
Insnoering
Aan de aantastingen zelf is niets te doen. Wie problemen heeft, kan dan ook alleen maar hopen dat het snel droog wordt, zegt Hanse. De eenmaal aanwezige schimmel zal verder de biet intrekken, waardoor deze insnoert. De kop groeit vaak wel door. Daardoor kan het zijn dat telers pas bij de oogst merken dat ook zij te kampen hebben met aantasting van aphanomyces.