Schouten ziet af van verplichte rotatie rustgewassen klei- en veen, ook aanpassingen melkveehouderij
De belangrijkste aanpassingen op een rij
- De verplichte rotatie met rustgewassen in klei- en veengebieden gaat van tafel. Voor zand- en lössgronden blijft deze wel bestaan.
- Vanaf 2022 monitort een permanente commissie de weersomstandigheden en gewasontwikkeling voor advisering afwijking verplichte inzaaidatum vanggewassen na maïsteelt. Deze staat nu vast op 1 oktober.
- Commissie Deskundigen Meststoffenwet brengt advies uit over groep wintergewassen voor uitzondering van inzaai van vanggewassen naast gras en wintergranen.
- Het uitrijdseizoen voor bouwland wordt mogelijk verlaat en er komen mogelijk limieten van de hoeveelheid dunne fractie en drijfmest bij de najaarsbemesting om de doelstellingen van 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn te halen.
- Er komt een wetenschappelijk leidraad op basis van de huidige waterkwaliteit voor het hanteren van de bemestingsvrije bufferstroken van 2 of 5 meter langs watergangen.
- Er gaat vanaf 2023 een verplicht areaal grasland voor melkveebedrijven gelden van 60 procent. Dit percentage wordt vanaf 2027 verhoogd naar 70 procent.
- De minister doet onderzoek naar de mogelijkheden van maatwerkaanpak – in plaats van generiek - voor het uitvoeren van de nitraataanpak.
Lees hieronder een uitgebreide tekst over de aanpassingen van de 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn
Verplichte rotatie klei en veen
De verplichte rotatie met rustgewassen voor de klei- en veengebieden wordt geschrapt omdat Schouten een aanvullende analyse heeft uitgevoerd. ‘De verplichte rotatie met rustgewassen sluit in de klei- en veengebieden meer aan bij de bestaande praktijk’, schrijft Schouten.
‘De grondwaterkwaliteit in de klei- en veengebieden is in het algemeen op orde en uit aanvullend onderzoek blijkt dat de verplichte rotatie met rustgewassen weinig bijdraagt aan een verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit in de kleiregio en veenregio, deels omdat dit in bijvoorbeeld de veenregio al staande praktijk is. Om deze reden zal ik in het 7e AP de verplichte rotatie met rustgewassen alleen doorvoeren voor zand- en lössgronden.'
Leidraad teeltvrije zones
Schouten laat door experts een leidraad opstellen voor de teeltvrije zone. Ze wilde in eerste instantie bufferstroken verbreden naar twee meter bij overige wateren en vijf meter voor Kaderrichtlijn waterlichamen en de ecologisch kwetsbare waterlopen. Daar ziet ze nu dus vanaf.
‘Omdat de oppervlaktewaterkwaliteit in een (zeer) beperkt aantal gebieden al goed is en omdat bufferstroken niet altijd effectief zijn vanwege diepe grondwaterstanden en het vlakke oppervlak en dergelijke, zal ik in het 7e AP ten aanzien van de bufferstroken door een brede groep deskundigen een wetenschappelijk verantwoorde leidraad laten opstellen, waarbij ook de huidige waterkwaliteit nadrukkelijk als criterium wordt meegewogen’, schrijft ze.
‘Op basis van deze leidraad kunnen waterbeheerders vervolgens bepalen in welke gebieden de huidige teeltvrije zones volstaan, omdat de oppervlaktewaterkwaliteit hier al op orde is of omdat een brede teeltvrije zone op een plek niet effectief is voor de waterkwaliteit.’
Inzaaidatum vanggewassen
Schouten doet ook aanpassingen op het gebied van de inzaaidatum van vanggewassen op zand- en lössgronden. Vanaf 2022 komt er een permanente commissie die de weersomstandigheden en de gewasontwikkeling monitort en gaat adviseren over een eventuele afwijking van de verplichte inzaaidatum voor vanggewassen na de maisteelt, die nu op 1 oktober ligt.
Verder vraagt ze de Commissie Deskundigen Meststoffenwet advies uit te brengen over een groep wintergewassen die uitgezonderd kan worden van de inzaai van vanggewas.
Verplicht grasareaal
De demissionair minister wil melkveebedrijven verplichten tot een ‘substantieel areaal grasland dat in gebruik is’. In de Kamerbrief schrijft Schouten: ‘Voor graasdierbedrijven heb ik in het ontwerp 7e AP verplichtingen voor het in gebruik hebben van minimaal 60% grasland in 2023 en 70% (waarvan de helft blijvend grasland) in 2027 opgenomen’.
Tevens kondigt Schouten aanpassingen aan met oog op het toekomstig mestbeleid. ‘Hierbij zal gaan gelden dat per 2027 voor melkveehouderij en rundvleesveehouderij (zoog- en weidekoeien) een aanzienlijk deel van de geproduceerde mest door het bedrijf dient te kunnen worden afgezet op grasland (waarvan de helft permanent) waarover het bedrijf beschikt. Per 2024 zal gewerkt worden met een eis voor de helft van de per 2027 verplichte hoeveelheid. De permanent grasland eis gaat gelden per 2027.’
Aanpassingen uitrijdseizoen mest
Er zijn wel compenserende maatregelen nodig om toch de doelstellingen op het gebied van waterkwaliteit te kunnen halen. ‘Hierbij denk ik onder andere aan het verlaten van de start van het uitrijdseizoen voor bouwland en het limiteren van de hoeveelheid toe te passen dunne fractie en drijfmest bij de najaarsbemesting’, schrijft Schouten.
Mogelijkheden voor maatwerk
In de brief aan de Tweede Kamer kondigt Schouten ook aan dat zij in het 7e AP opneemt dat zij samen met het bedrijfsleven, waaronder de jonge boeren, de aanpak van maatwerk voor het uitvoeren van de nitraataanpak gaat bespreken. Deze zouden dan in de plaats moeten komen van de generieke aanpak.
De demissionair minister gaat nog bekijken of de maatwerkaanpak als volwaardig alternatief kan worden geïmplementeerd. ‘Op dit moment is dit nog niet zover uitgewerkt dat dit als volwaardig alternatief kan worden ingevoerd. Er leven nog vragen over uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid, controleerbaarheid en effect op de grondwater- en oppervlaktewaterkwaliteit. Dit spoor moet namelijk tot minimaal dezelfde verbetering van de waterkwaliteit gaan leiden.’
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Tekst: Guus Daamen
Als zoon van een fruitteler opgegroeid tussen de appelbomen in Gelderland. Tijdens mijn master Journalistiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam mij verder gespecialiseerd in politiek. Schrijft voor Agrio voornamelijk over Politiek en Beleid. Luistert, vraagt en onderzoekt. Andere passie: sport.
Beeld: Susan Rexwinkel